Blaise Pascal
Vandaag in de serie ‘Wetenschappers die geloofden’ het verhaal van Blaise Pascal (1623 – 1662). Pascal was een Franse wis- en natuurkundige, christelijk filosoof, theoloog en apologeet. Terwijl hij te boek staat als een katholiek heeft hij ook grote invloed gehad op het protestantisme.
Blaise Pascal was zo’n leerling die door zijn klasgenootjes verwenst zou worden. Hij was zo slim dat iedere andere leerling er dom en onwetend uitzag, vergeleken met hem. Gelukkig voor die kinderen in zijn tijd ging Pascal niet naar school, want hij kreeg thuisonderwijs. Al op zijn twaalfde raakte hij gefascineerd door de wiskunde. Zijn vader vond dat vooralsnog niets, maar toen Pascal 15 werd ging zijn vader overstag en liet hij hem verder leren. Toen begon de jonge Pascal in wiskunde uit te blinken. Maar in welk vak blonk hij eigenlijk niet uit? Hij werd al snel een autoriteit in alles waar hij zich in verdiepte: natuurkunde, hydrostatica, hydrodynamica, wiskunde, statistiek, uitvinding, logica, debat, filosofie en proza.
Vandaag de dag heeft de wetenschap het nog steeds over de ‘pascal’ (symbool Pa) wat de SI-eenheid voor druk voorstelt, de wet van Pascal, een natuurkundig principe, en een programmeertaal op computergebied genaamd Pascal. Computerwetenschappers herinneren zich wellicht de Pascaline, een vroege mechanische rekenmachine die hij uitvond, en wiskundigen hebben het over de driehoek van Pascal. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. Literaire historici noemen Pascal de vader van het Franse proza, filosofen debatteren over de zogenaamde weddenschap van Pascal, terwijl evangelisten zijn teksten gebruiken om ongelovige mensen met het evangelie te bereiken.
Maar weinigen weten veel over het persoonlijke leven van dit wetenschappelijk en wiskundig genie. Hij kende pijn, hij kende conflicten en, het allerbelangrijkste, hij kende Jezus Christus met een diepgang en gevoeligheid die weinigen ervaren. Tenslotte leefde hij niet lang, want hij stierf al vóór zijn 40ste verjaardag.
Zijn leven
Blaise Pascal was de jongste van drie kinderen, de enige jongen. Zijn moeder stierf toen hij drie jaar was. Zijn vader, Etienne, een belastingontvanger, gaf de kinderen zelf onderwijs. Op 19-jarige leeftijd begon Blaise te werken aan het ontwerp van een mechanische rekenmachine om zo zijn vader te helpen met zijn werk. De Pascaline bestond uit tandwielen die zodanig met elkaar verbonden waren dat het draaien van de eerste 10 stappen de volgende telkens met één zou verhogen, enzovoort. Zijn uitvinding werd geen doorslaand succes omdat de Franse munt geen decimaal stelsel was, en de rekenmachine alleen kon optellen, maar aftrekken niet ging. Toch was het een knap staaltje werk voor een jongeman die bestemd was om veel grotere dingen te gaan doen.
Ook in de natuurkunde blonk Pascal uit in theorie en experiment. Op 30-jarige leeftijd had hij een boek voltooid, de eerste systematische theorie van de hydrostatica. Hierin formuleerde hij zijn beroemde drukwet, die stelt dat de druk uniform is in alle richtingen op alle oppervlakken op een bepaalde diepte. Dit principe ligt ten grondslag aan vele toepassingen: onderzeeërs, duikapparatuur en een groot aantal pneumatische apparaten. Door dit principe toe te passen vond Pascal de spuit en de hydraulische pers uit. Hij argumenteerde met succes en bewees dat oudere wetenschappelijke ideeën niet klopten, waardoor hij werd vervolgd door bijvoorbeeld de religieuze orde “de Jezuïeten”. Pascal beschuldigde hen ervan dat zij zich in de natuurkunde op oud gezag (Aristoteles) baseerden maar het oude gezag van de Heilige Schrift juist negeerden.
Twee broeders van een religieuze beweging, die voor Pascals vader zorgden, hadden een diepgaande invloed op Blaise. Hij kreeg veel belangstelling voor een beweging die Jansenisme heette, een soort “terug naar de Bijbel”-beweging binnen het katholicisme, die benadrukte dat redding het vrije geschenk van God was door genade door geloof. Pascal werd een van hun belangrijkste leden en begon namens hen veel brieven te schrijven.
Hij toonde zich een uitzonderlijk logicus en schrijver. Zijn geestigheid, ironie, perceptie, kennis en een door wiskunde aangescherpte logica deden zijn schrijven sprankelen van enthousiasme en kracht. Pascal is dan ook vandaag nog steeds een goede bron van citaten, spreekwoorden, geestige uitspraken en doordachte paragrafen.
Zijn bekendste religieuze werk, waar nog steeds veel uit wordt geciteerd, is nooit voltooid vanwege zijn vroege dood. In de jaren voor zijn dood werkte hij klaarblijkelijk aan een “Apologie (verdediging) van de Christelijke Religie”, maar helaas werd er bij zijn dood slechts een stapel ongeorganiseerde papieren gevonden die later gepubliceerd zijn als “Gedachten”.
Toch heeft hij genoeg geschreven om gelovigen en ongelovigen veel stof tot nadenken te geven. Bekende onderwerpen waar hij over schreef zijn de aard van de mens, de zonde, het lijden, het ongeloof, de filosofie, valse godsdienst, Jezus Christus, de Schrift, de hemel en de hel.
Pascals laatste geschriften zijn des te aangrijpender als we bedenken dat hij terwijl hij deze dingen schreef intens geleden moet hebben. Een tijdgenoot schreef over hem: “Hij leefde het grootste deel van zijn volwassen leven met veel pijn. Hij had altijd een zwakke gezondheid en worstelde zelfs in zijn jeugd al met migraine …”. Pascal stierf op 39-jarige leeftijd met hevige pijn aan maagkanker. Na zijn dood vond een bediende een verrassing in de voering van Pascals jas. Er zat een papier in waaruit bleek dat Pascal op 31-jarige leeftijd een overweldigende spirituele ervaring heeft gehad. Na een lange gebedstijd, hij heeft nooit aan iemand verteld wat er precies gebeurde, voelde hij zich zo dicht bij God, zo overgelukkig met Zijn genade en verlossing, zo overtuigd van de urgentie om Hem te vertrouwen, dat hij haastig aantekeningen maakte van zijn gevoelens om ze voor altijd vast te leggen en ze uiteindelijk in de voering van zijn jas naaide, zodat ze voor altijd dicht bij zijn hart zouden zijn en door zijn bediende uiteindelijk werden gevonden.
Hier is de vertaling van wat hij had opgeschreven:
In het jaar der genade, 1654, op maandag 23 november, van ongeveer half elf ’s avonds tot ongeveer half twaalf:
Vuur!
God van Abraham, God van Isaac, God van Jacob, en niet die van de filosofen en geleerden.
Zekerheid. Zekerheid en vreugde.
Vrede. God van Jezus Christus.“Uw God en mijn God.” (Johannes 20:17)
Vergeet alles in de wereld, behalve God.
Hij is alleen te vinden in de wegen die in het Evangelie worden geleerd.
Grootheid van de menselijke ziel.
“Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend, maar ik heb U gekend.”
Vreugde, vreugde, vreugde, tranen van vreugde.
“Dit is het eeuwige leven, opdat zij U kennen, de enige ware God, en Hem die Gij gezonden hebt, Jezus Christus.”
Ik heb mij van Hem afgescheiden:
Ik ben van Hem weggevlucht,
heb Hem verloochend,
heb Hem gekruisigd.
Laat me nooit meer van Hem gescheiden zijn.
We houden Hem alleen vast door de wegen die in het Evangelie worden geleerd.
Verloochening, totaal en zoet.
Totale onderwerping aan Jezus Christus, mijn leidsman.
Eeuwig in vreugde voor een dag training op aarde.
“Ik zal Uw woorden niet vergeten.” Amen.
Hij werd nog geen 40 jaar, maar was een briljante wetenschapper die niets liever wilde dan God de Vader en Zijn Zoon Jezus Christus verheerlijken.
Heel mooi!