Wat redding betekent
Ik had een “fatsoenlijk” leven gehad. Natuurlijk had ik wel eens wat verkeerd gedaan, maar toch… de echt slechte dingen waren mijn huis nooit binnen gegaan. Maar toch kwam er ook aan mijn leven een einde en hoorde ik dat ik geoordeeld zou worden.
Oordeel? Was dat echt nodig dan?
Het bleek van wel want ik werd direct naar een bankje geleid in de wachtkamer van wat ik dacht dat het een gerechtsgebouw was. De deuren gingen open en ik moest binnen komen en bij de verdedigingstafel gaan zitten. Ik begon nu toch wel ongerust te worden, een gevoel dat alleen maar sterker werd toen ik de aanklager zag. Dat was een schurkachtig uitziende heer die snauwde terwijl hij me aanstaarde, en zonder twijfel de meest kwaadaardige persoon was die ik ooit had gezien. Links van me zat mijn advocaat, een vriendelijk en zachtaardig uitziende man wiens uiterlijk me erg bekend voorkwam.
De deur vloog open en daar verscheen de rechter in een lang, wijd gewaad. Hij zag er indrukwekkend uit en terwijl ik mijn ogen niet van hem kon afhouden voelde ik me klein en hulpeloos. Hij nam plaats en zei: “Laten we beginnen.”
De aanklager stond op en zei: “Mijn naam is Satan en ik ben hier om u te laten zien waarom deze man in de hel thuishoort.” Hij had een grote stapel papieren bij zich en begon er uit voor te lezen. Dat was zware kost.
Letterlijk iedere leugen die ik ooit verteld had werd in geuren en kleuren herhaald en elke slechte en zelfzuchtige daad werd uitvoerig belicht. Dat zag er niet goed uit. Ik was al die troep zelf allang vergeten, maar hij had wel gelijk. Ik schaamde me dood en durfde naar niemand te kijken, zelfs niet naar mijn eigen advocaat.
Maar die deed eigenlijk niets en daar werd ik wel een beetje boos over. Het was toch niet alleen maar kommer en kwel. Al die goede dingen werden niet genoemd en mijn advocaat zou toch tenminste kunnen opstaan en daar iets over kunnen zeggen? Maar hij deed niets.
Satan was nu bijna klaar na zijn eindeloze tirade, “Dus,” aldus Satan, “hoort deze man bij mij in de hel, hij is schuldig aan alles wat ik heb gezegd en er is geen persoon die het tegendeel kan bewijzen.”
Toen stond mijn advocaat op en liep naar voren. Pas nu realiseerde ik me wie hij was. Dat was Jezus, mijn Heer en mijn Verlosser die mij vertegenwoordigde. Hij stopte bij de bank en zei zachtjes tegen de rechter: “Vader, ik ben klaar om te beginnen.”
Toen wendde hij zich tot het hof.
“Satan had gelijk toen hij zei dat deze man had gezondigd. Alles was waar en ik zal geen van deze beschuldigingen ontkennen. En ja, het loon van de zonde is de dood en deze man verdient het dus om gestraft te worden.” Jezus haalde diep adem en wendde zich met uitgestrekte armen tot z’n Vader en verkondigde: “Maar ik heb die prijs al betaald. Ik stierf aan het kruis, en deze man heeft Mij als Verlosser in zijn leven aangenomen. Dus behoort hij Satan niet toe, maar is hij Mijn eigendom. Zijn naam staat in het boek des levens.”
Hij keek naar Satan, schudde zijn hoofd en zei: “Satan begrijpt het nog steeds niet; dat het niet om gerechtigheid gaat, maar om genade.” Toen Jezus ging zitten, pauzeerde hij rustig, keek naar zijn Vader en antwoordde: “Het werk is volbracht. Meer is er niet nodig.”
De rechter hief zijn machtige hand op en sloeg zijn hamer neer en sprak het oordeel uit: “Deze man is vrij – de straf voor hem is al volledig betaald, en de zaak is geseponeerd.”
Toen mijn Heer me wegleidde, kon ik Satan nog horen razen en tieren: “Ik geef het niet op. De volgende is voor mij.”
Ik vroeg Jezus of Hij weleens een zaak verloren had. Hij glimlachte en zei: “Iedereen die naar me toe is gekomen en me heeft gevraagd om hem te vertegenwoordigen, heeft hetzelfde vonnis ontvangen als jij… Volledig betaald.”
In deze wereld van beproevingen en onzekerheid, blijkt het telkens weer dat logica, filosofieën of menselijk denken ons geen stap dichter bij de redding brengen. Angst, zonde en uiteindelijk de dood lijken op de troon te zitten… totdat wij ons richten naar die ene plek waar de strijd werkelijk beslist werd, de berg Golgotha.