Iets goeds uit Nazareth?
Hoewel Hij heel rijk was, werd Hij arm ter wille van u, opdat Hij door arm te zijn u rijk zou maken.
-2 Corinthiërs 8:9
Hij was de armste man die ooit over de stoffige wegen van deze aarde heeft gelopen! Geboren in armoede, en opgroeiend als een onopvallende man, maakte Hij de mensheid rijk! Twintig jaar lang werkte Hij als timmerman in een dorpje waar iedereen op neerkeek: “Kan er iets goeds uit Nazareth voortkomen?”
Voor zover we weten bezat hij geen cent. Hij verbleef in de wildernis zonder eten, hij zat bij de bron van Jakob zonder water en woonde in een drukke stad zonder een huis. Zo leefde Hij en had Hij de mensen lief en zo stierf Hij.
De vossen slapen in hun holen
en de vogels hebben hun nesten
in de schaduw van de woudbomen.
Maar Uw ligbank was een stukje gras
O Zoon van God
In de woestijn van Galilea
Hij preekte zonder betaald te worden en deed wonderen zonder er geld voor te vragen. Zijn parochie was de wereld. Hij zocht Zijn ontbijt tussen de bladeren van een vijgenboom. Hij at graankorrels terwijl Hij door de velden liep. Zei ik dat Hij zonder geld leefde? Hij stuurde Petrus naar de zee om vis te vangen waar geld in zat voor de belastingen! Hij bezat geen graanvelden of viswater, maar Hij gaf toch een lunch voor vijfduizend mensen en had nog brood en vis over! Hij had geen prachtige tapijten om op te lopen, maar de wateren droegen Hem.
Hij was zo arm dat Hij Zijn eigen kruis door de stad moest dragen totdat Hij er bij neerviel. De waarde waar Hij op geschat werd was die van een slaaf; dertig zilverlingen, de laagste waarde voor een mensenleven. Maar God betaalde onze redding met Zijn uiterste doodsstrijd. Toen Hij stierf rouwden er maar weinig om Hem, maar er hing een zwarte sluier over de zon. Zijn kruisiging was de grootste misdaad aller tijden, maar zorgde er tegelijk voor dat de poorten van de hemel voor ons geopend werden, want het was geen doodgewoon mensenbloed dat die dag vloeide over de Calvarieberg. Het was het bloed van Gods enige zoon, die stierf voor ieder mens die Hem wil aannemen.
