Een ander kerstfeest

Door Lael J. Littke

Het was weer bijna Kerstmis en dat vond Martha maar niets. Ze wilde dat hele kerstfeest maar liever vergeten en net doen alsof er niets aan de hand was, maar zo gemakkelijk was dat niet. Haar man Jed had wel zin in Kerstmis en hij kwam die morgen enthousiast de hut binnen. Terwijl hij de sneeuw van zijn koude voeten stampte, zei hij met opgewonden stem: “Martha, we gaan dit jaar toch een kerstboom halen. Ik zag een goede boom op die helling, vlakbij het huis van de Nortons. Niet de allermooiste, maar goed genoeg voor ons. Misschien zal Kerstmis dit jaar wat anders zijn dan we gewend zijn, maar het zal nog steeds mooi zijn, want Kerstmis is tenslotte altijd mooi; een heilig feest.”

Martha merkte dat Danny opkeek uit de hoek waar hij aan het spelen was en geduldig wat stokjes aan elkaar knoopte met stukjes draad die nog over waren van het dekbed dat ze een paar dagen eerder had geknoopt. Ze voelde zijn blik en trok Jed zo ver mogelijk bij de jongen vandaan.

“Ik wil geen boom,” fluisterde ze. “En dat weet je. We vieren geen Kerstmis en een boom kan de vreugde echt niet terugbrengen.”

Maar Jed dacht daar anders over. “Martha, Kerstmis is belangrijk en wel in het bijzonder voor kinderen. Laten we het dan tenminste voor Danny doen.”

“Denk je dat ik dat niet weet, dat Kerstmis een feest voor kinderen is?” bitste Martha terug. “Al die jaren dat ik voor Maybelle en Stellie gezorgd heb en met hen kerstliedjes zong? Ik weet alles over de kinderen en Kerstmis.” Ze stopte en haalde diep adem, terwijl ze even omkeek om te zien of Danny niet meeluisterde. “Maar ik kan niet meer. Het zou als een mes in mijn hart zijn om een boom op te tuigen, koekjes te bakken, dingen te maken en zogenaamd blij te zijn voor het kind van een andere vrouw, terwijl mijn eigen meisjes daar begraven op die prairie liggen.”

“Martha, Martha,” zei Jed zacht. “Het is bijna anderhalf jaar geleden.  Dat is nu voorbij. Danny heeft je nodig. Hij heeft een Kerstfeest nodig, zoals hij het zich ook herinnert.”

Ze keerde zijn smekende gezicht de rug toe. “Ik kan het niet,” zei ze vastbesloten. “En … ik wil het niet.”

Jed zuchtte en draaide zich weer om. Hij ging terug naar buiten, het besneeuwde landschap in en liet Martha alleen achter met Danny.

Denk aan Danny.

Waarom zou ze aan hem denken, terwijl haar eigen kinderen haar leven niet langer opvrolijkten met hun blauwe ogen en gouden krullen en daar dood in de grond lagen op die eindeloze, genadeloze prairie? Danny was in april bij hen gekomen. Niet omdat ze hem wilde, maar omdat ze geen “nee” had durven te zeggen tegen de bisschop, voordat ze zich in het dal hadden gevestigd.

De bisschop had die jongen op een dag naar haar en Jed gebracht en gezegd: “Kunnen jullie misschien voor deze jongen zorgen? Zijn moeder is afgelopen zomer tijdens de trektocht gestorven en nu is zijn vader vorige week ook overleden. Hij heeft een goed thuis nodig en wellicht kan hij de pijn van het verlies van jullie dochters een beetje wegnemen.”

Jed wilde wel. Hij had de hand van de bisschop vastgepakt en hem hartelijk bedankt. Toen Martha dat had gezien, wist ze dat ze moeilijk nee kon zeggen. Zij had zich afgewend bij de aanblik van die dunne, haveloze jongen die daar voor hen stond, maar ze was net niet snel genoeg geweest om die plotselinge, kleine glimlach te missen die hij haar toeschoot. Een glimlach die haar hart had moeten veroveren en had moeten openen. Maar dat wilde ze niet. Haar hart was gesloten en dat moest zo blijven. Ze wilde niet dat er een luidruchtige, ruige jongen rondhing, die haar herinneringen aan haar dochters zou verstoren en de hut zou vullen met luide jongensspelletjes.

Maar wat doe je als de bisschop langskomt en je man blij is? En dus was Danny met hen meegekomen naar dit nieuwe dal, en ofschoon hij pas zes jaar was, had hij al bewezen dat hij een grote hulp voor Jed was.

 

Soms had Martha een beetje medelijden met hem, maar ze hield niet echt van hem. Jed wel. Hij had Daniel meteen als zijn eigen zoon geaccepteerd en genoot ervan om een jongen bij zich te hebben.  Die twee hadden een speciale band. Maar zij niet. En nu kwam het kerstfeest er weer aan. Wat wist Danny trouwens van Kerstmis? Dat kon niet veel zijn. Hij was tenslotte pas zes. Eén keer had het jochie het over Kerstmis gehad. Op een dag, toen het te koud was om buiten te spelen en er te veel sneeuw lag, had hij gevraagd: “Kunt u zingen, tante Martha?”

Martha had hem even aangekeken over de tafel waar ze brood aan het kneden was. Ze had altijd gezongen voor haar meisjes. “Nee, dat kan ik niet, Daniel,” zei ze. “Niet meer.”

“Mijn moeder zong altijd een mooi liedje met Kerstmis,” zei hij toen. “Ik wou dat ik het me kon herinneren, maar ik weet niet meer hoe het ging.”

En dat was alles wat hij zei over Kerstmis.

En zo kwam Kerstmis. Geen boom, geen lichtjes en de kerstvreugde was ver te zoeken. De dag voor Kerstmis moest Jed door de diepe sneeuw naar de boerderij van Broeder Norton. De arme man was ziek geworden en had hulp nodig. Mooi. Dan hoefde ze niet aan het kerstfeest te denken.

Daniel was buiten en zocht in de sneeuw naar takjes, twijgjes en stokken. Helemaal goed, dan had ze daar ook geen last van. Tegen de avond ging Martha naar de stal om Rosie, de koe te melken. Dat deed Jed altijd, maar die was nog niet terug. Toen ze dichterbij kwam, zag ze dat er binnen licht was. Ze opende zachtjes de deur en keek naar binnen.  Daar zat Danny. Hij had de lantaarn aangestoken en knielde in het stro bij Rosies stal. Voor hem lagen de stokjes en takken die hij die dag had verzameld. Hij had ze heel kunstig in elkaar gevlochten in de vorm van een ruwe wieg. Stellies lappenpop lag erin, gewikkeld in de witte sjaal die Martha in haar hutkoffer bewaarde. Haar eerste ingeving was om naar binnen te stormen, de pop te grijpen en Danny te bestraffen omdat hij ongevraagd haar sjaal had gepakt maar ze stopte, omdat het tafereel zo bijzonder mooi was in het zachte licht van de lantaarn. Rosie en de twee schapen stonden vlakbij en keken met hun warme dierenogen naar Danny. Hij leek zich tot hen te richten toen hij sprak. “Weten jullie, de herders volgden de ster. En ze vonden het kindje Jezus dat in een stal was geboren.” Hij pauzeerde even en ging toen verder. “En zijn moeder hield heel veel van hem.”

Plotseling veranderden Martha’s gevoelens en ze kon nog nauwelijks ademhalen. Wat was er met haar gebeurd? Waar waren haar moederlijke gevoelens gebleven? Eens, nog maar kort geleden, was er een andere moeder geweest en die had van haar jongen gehouden en hem het prachtige verhaal van het Christuskind met zoveel liefde verteld dat hij, zo jong als hij was, het niet vergeten was.

Maar zij zelf had die moeder in de steek gelaten door zich over te geven aan haar bittere zelfmedelijden. Dat was verkeerd. Dat kon niet en in de stilte welde er een lied in haar op en begon ze zachtjes te zingen. “Stille Nacht. Heilige Nacht.”

Danny keek verbaasd op en fluisterde: “Dat is het. Dat is het lied dat mijn moeder altijd voor me zong.”

Martha liep naar de jongen toe en nam hem in haar armen. Hij reageerde onmiddellijk en sloeg zijn armen stevig om haar heen.

“Danny,” zei ze, terwijl ze naast hem op de grond ging zitten, ”laten we naar binnen gaan en de hut klaarmaken voor Kerstmis. Misschien is het nog niet te laat voor Jed om die boom te halen. Het zal misschien een ander soort Kerstmis zijn, maar het zal nog steeds een beetje lijken op de Kerstmissen die we kenden.”

“Vind je het erg dat het anders is?” vroeg Danny. “Ik bedoel met mij, een jongen, in plaats van met jullie meisjes?”

Martha vroeg zich af hoe lang het zou duren voordat ze het goed zou kunnen maken. Hoe was het mogelijk dat ze dat kereltje zo veel pijn had gedaan sinds hij bij hen was gekomen? “Nee,” zei ze beslist. “Ik ben blij dat je er bent. En trouwens, het kindje Jezus was tenslotte toch zeker ook een jongetje.”

“Dat klopt,” zei hij verwonderd.

“Vrolijk kerstfeest,” zei ze. “Vrolijk kerstfeest, Danny.”

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier