De sleutel tot een godvrezend leven

 Laat af, en weet, dat Ik God ben; Ik zal verhoogd worden onder de heidenen, Ik zal verhoogd worden op de aarde.
Psalm 46:11-12

De Heer vertelt ons in Psalm 23 dat hij ons, als vermoeide en onrustige pelgrims, naar de stille wateren wil leiden, naar de wateren van rust. Daar, in de vrede en omringd door Gods Geest, leert een mens hoe hij met zijn eigen hart kan communiceren, hoe hij stil kan zijn en hoe hij in de Heer kan rusten en geduldig op Hem kan wachten.

Stilte bij God is het geheim van en de sleutel naar een vruchtbaar en godvrezend leven. Alleen het geloof en de overtuiging dat God ook daadwerkelijk bij ons is als een levende aanwezigheid en niet slechts als een hoopgevend idee, maakt ons standvastig. Die wetenschap geeft ons kracht als alles om ons heen schommelt en stormt; als alles in ons schreeuwt om actie te ondernemen, iets te doen omdat angst en onzekerheid ons lijken te verlammen. Gods antwoord voor de strijd is telkens weer hetzelfde: “Wees stil. Laat af en weet dat Ik God ben.”

Je kunt deze diepe en eeuwige waarheid niet echt kennen of begrijpen als je niet stil wordt en een halt toeroept aan je vruchteloze pogingen om jezelf op het juiste spoor te houden zonder Zijn hulp. Als de wateren van je eigen geest voortdurend in beroering zijn, zul je niets anders zien behalve de weerspiegeling van je eigen opgejaagde gedachten. “Wees stil en weet dat Ik God ben.” Overal in de Heilige Schrift maant God ons om bij Hem te rusten en te luisteren.

Hij zegt tot ons: “Ik ben God”. God is niet zomaar een hoopvolle gedachte, iets dat wij zelf tot leven hebben geroepen door onze eigen manier van denken, of wat we van anderen over Hem hebben aangenomen. God is een levende Persoon en Hij wil dat wij Hem daadwerkelijk leren kennen, niet als een vaag idee, maar als de liefhebbende Vader die Hij werkelijk is. Sterker nog, Hij is niet alleen een levende entiteit, een geestelijke macht, of de Koning van de eeuwigheid, maar Hij is het volmaakt goede Wezen, de volmaakt rechtvaardige Heerser.

Het Woord leert ons daarover: Ingoed is de Heer. Dat wil zeggen ‘door en door goed’. Alleen God zelf kan ons laten zien wat volmaakte goedheid inhoudt en hoe volmaakte rechtvaardigheid er uit ziet. Om dat te leren is het absoluut noodzakelijk om ons in stilte en in nederigheid bij Hem terug te trekken.

Onze natuurlijke harten zijn opstandig en willen zelf het heft in handen nemen, maar God wil ons opnieuw vormen en kneden. Hij leert ons door Zijn Geest, in de tuin van Zijn aanwezigheid, hoe de vork werkelijk in de steel zit.

Maar dit vers vertelt ons nog meer. Deze les zou niet volmaakt zijn zonder de woorden die volgen op Gods vermaning om stil te zijn: “Ik zal verhoogd worden onder de volken.” Dat betekent dat er een dag komt waarop alle volken God zullen eren. Het was nooit Gods bedoeling dat het volk van Israël de omringende volken zou verachten, of zou denken dat deze mensen niets waard waren in de ogen van God. Zo’n gedachte slaat haaks op de natuur van God en maakt het idee van Gods liefde tot een aanfluiting.

Maar ook wij lopen het gevaar deze denkfout te maken, door anderen die niet tot onze eigen directe vriendenkring of geloofsgenoten behoren, met een schuin oog te bekijken. Het gevolg is hardheid en een wettisch gedrag. Hier vloeit sektarisme uit voort en het is vruchtbare grond voor geloofsoorlogen en verhitte debatten die God in niets verheerlijken.

Stilte voor en met God is het antwoord. Maar hoe kunnen we stil zijn in een wereld waar alles in beweging is; in een wereld waar onrust ons vanuit iedere hoek aangrijnst? Hoe kunnen we stil zijn terwijl iedereen zich lijkt in te spannen om zijn naaste te overtreffen, en de politiek zich profileert als een sluimerend vuur dat elk moment kan ontvlammen in een grote, vernietigende brand die ons leven ingrijpend kan veranderen? Hoe kunnen we stil zijn als tumult, gevoelens van onrust, en zelfs haat zijn doorgedrongen in het hart van de religieuze wereld?

Het antwoord ligt voor de hand. Juist omdat er zoveel onrust heerst, moeten wij Gods vermaning ter harte nemen en doen wat Hij van ons vraagt.  “Laat af. Wordt stil” Als we deze vermaning in de wind slaan zullen we nooit leren wie God werkelijk is. Dan zullen we nooit de overtuiging hebben dat de stormen ons niet echt kunnen deren, omdat God op de troon zit en niet van plan is om er ook maar voor één moment af te komen.

Al wordt de aarde weggenomen en al worden de bergen meegesleurd in de diepten van de zee, Hij kan het aan. Als we daar niet in geloven en wij hebben die overtuiging niet, waar kunnen wij ons dan aan vasthouden?

Bewerkt naar een artikel van F. D. Maurice

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier