De glans van het leven
Gedachten over naastenliefde
Ik herinner me een anecdote over een oude violist. Hij was arm, maar hij was in het bezit van een instrument dat de mensen altijd bekoorde door de zoete klanken die er uit voortkwamen. Zoals hij het bespeelde, bracht het altijd een weerklank in de harten van de mensen die ernaar luisterden! De mensen vroegen hem om uit te leggen hoe het kwam dat er zo’n bekoring van het instrument uitging. Dan stak hij de viool uit, streek teder over de gracieuze vorm en zei: “Ach, er moet heel veel zonneschijn in dit hout gegaan zijn en wat er in gaat komt er ook weer uit.”
Hoeveel zonneschijn van God is er in jouw leven binnengegaan? Hoeveel tijd heb jij doorgebracht in Zijn stralende aanwezigheid? Het is maar al te waar dat wij allemaal meer vrede en hoop zouden uitstralen als wij meer van Gods glans in ons leven zouden toelaten.
Fooi
Eens, toen een coupe ijs nog heel weinig kostte, kwam er een jongen een lunchroom binnen en ging aan een tafeltje zitten. Een serveerster zette een glas water voor zijn neus.
“Hoeveel kost een coupe gemengd ijs met vruchten?” vroeg de jongen aarzelend.
“Vijftig cent”, antwoordde de serveerster.
De jongen haalde wat kleingeld uit zijn zak en bestudeerde het op zijn hand.
“En hoeveel kost een klein ijsje?” vroeg hij weer.
Er stonden inmiddels heel wat mensen in de zaak. Alle tafeltjes waren bezet en de serveerster werd ongeduldig.
“Vijfendertig cent”, snauwde ze.
De jongen telde zijn geld nog eens goed na en zei toen: “Dan neem ik het kleine ijsje!”
De serveerster bracht het ijsje en snelde weer weg. De jongen at zijn ijsje op, betaalde aan de kassa en ging de zaak uit.
Toen de serveerster terugkwam bij zijn tafeltje schrok ze op.
Daar, netjes naast het lege bordje, lag vijftien cent; haar fooi
Oom Tom
Op school kregen we les van een leraar die ik niet snel zal vergeten. We noemden hem Oom Tom, want want wij stelden ons zo voor dat hij precies leek op de hoofdpersoon uit het beroemde boek, ‘De negerhut van oom Tom.’
Een grappige vent die Oom Tom. Ondanks zijn leeftijd was hij nog steeds een beetje kind gebleven en misschien vonden wij hem daarom zo aardig. En lesgeven kon hij als de beste. Geschiedenis was een saai vak maar als Oom Tom les gaf dan veranderde er iets. Je waande je dan terug in de tijd van de ridders en koningen, je zag de grote veldslagen als of je er zelf bij was en kon haast het stof tussen je tanden voelen. Maar één jongen had een speciaal plekje in het hart van Oom Tom en dat was Mikey. Wij noemden hem “de kneus” en ofschoon dat misschien wel erg onaardig klonk bedoelden wij het niet zo want iedereen hield van “de kneus”. Mikey was inderdaad een speciaal geval want hij was autistisch en kon niet voor zichzelf zorgen. En omdat hij dat zelf niet kon deed Oom Tom dat voor hem. Altijd verzekerde Oom Tom zich er van dat het goed ging met Mikey. Of hij er netjes uitzag en hij genoeg te eten had, of hij zich niet verveelde en vaak las hij hem dan verhaaltjes voor of deed spelletjes met hem.
Ik bewonderde Oom Tom voor zijn zorgzame houding. Maar op zekere dag veranderde mijn bewondering in diep respect. Ik hoorde het pas later, maar Oom Tom was stervende. Tom had kanker en zijn dagen op deze aarde waren geteld. Nu zou je denken dat Oom Tom niet meer aan Mikey dacht. Nu had hij zelf tenslotte meer dan genoeg zorgen en Mikey was alleen maar een extra belasting. Maar zo was het niet. Zelfs die laatste dagen werden doorgebracht met zorg voor Mikey. Zijn aandacht voor Mikey verminderde geen moment ondanks zijn pijn en de onzekerheid die zich diep van binnen in het hart van deze man had geworteld. Uiteindelijk raakte hij in een coma en verwisselde hij dit aardse leven voor het eeuwige.
Wat heb ik veel geleerd van Oom Tom.
Geschiedenis is niet langer een saai vak en ik herinner me maar al te graag die opwindende verhalen over de grote ontdekkingsreizen en de levensbeschrijving van Alexander de Grote. Maar dat is eigenlijk niet zo belangrijk. Wat ik echt van hem geleerd heb is die onbaatzuchtige zorg voor een ander, een zwakker mens die zijn hulp zo hard nodig had. De onzelfzuchtigheid die hem er toe aanzette om zelfs in zijn laatste levensdagen te denken aan het geluk van een ander.
Oom Tom is reeds lang geleden overleden, maar mijn verlangen om de woorden van Jezus in praktijk te brengen : “Doe aan een ander gelijk U wilt dat hij U zal doen” is mede door deze bijzondere man de hoeksteen van mijn leven geworden.