Mijn hele leven
Uw goedheid, liefde en trouw
mag ik mijn hele leven ervaren
– Psalm 23:6
‘Mijn hele leven’, staat er in de Psalm.
Dus op lentedagen, als alles weer springlevend wordt met lammetjes die dartelen in de weiden, met lentegezang in de lucht, knoppen die uitbarsten tot bloemen en bladeren.
Op zomerdagen, wanneer het jaar tot volle rijpheid komt, met gouden licht en lange avonden en zwoele nachten.
Op herfstdagen, als de velden vol staan met volle maïskolven en de landbouwers af en aan rijden met de rijke oogst van het jaar.
En tenslotte ook op winterdagen, wanneer de voet op krakende dorre of bevroren bladeren trapt die de bosgrond bedekken; dagen van mist en regen en somber licht, waarop we ons verzamelen aan de baar van de vergane glorie van het jaar en het ter aarde bestellen.
Zo staan we aan het einde van het jaar als het ware op de rand van een overhangende heuvel en staren we verwonderd in het dal dat aan onze voeten ligt.
Dan vragen we ons af wat voor dagen daar voor ons liggen, gewikkeld in de ondoordringbare nevels van de toekomst die pas wijken naarmate we dichterbij komen. Wat ligt daar verborgen in de loop van het jaar? Zullen die dagen verguld zijn, verlicht door de warme zonnige gloed van de hemel?
Worden ze met rode letters beschreven, door het bloed van lijden en opoffering? Of zullen ze misschien grauw zijn, gekleed in sombere tinten, donker en droevig? Verjaardagen, sterfdagen, huwelijksdagen; jubilea van een dood verleden die niet vergeten willen worden.
We zullen het spoedig weten, als wij het nieuwe jaar binnenstappen. Maar één ding is zeker, er zal in de toekomst nooit een dag komen waarop we de twee engelbewaarders Goedheid en Genade, die de opdracht hebben de gelovige bij te staan op alle dagen van zijn aardse pelgrimstocht, niet bij ons zullen hebben.
Voel je je soms onzeker of angstig? Bang om alleen op weg te gaan? Heb moed, omgord je met nieuwe durf, gesterkt door de beloftes van God. God weet precies hoeveel dagen je nog te gaan hebt, Hij kent de noden, de verleidingen, het verdriet; en Hij belooft dat de dag nimmer zal komen waarop Hij Zijn goedheid en genade niet over je uit zal storten. Hij zelf zal bij ons zijn ‘tot het einde van de tijd.’
Uit: ‘Streams in the desert’