Geloof? Nee hoor… Eerst zien.
Ik hoor mensen weleens zeggen: “Geloven…? Ach, het zal allemaal wel. Ik ben blij dat het iets voor je doet. Maar voor mij? Nee, ik kan gewoon niet geloven…” Misschien heb je het zelf wel eens gedacht. Wat wil het nou eigenlijk zeggen; geloven? Daar gaat de Oppepper deze week over.
***
Een zendeling in een afgelegen gebied boog zich eens over de vertaling van de Heilige Schrift in de taal van het land waar hij aan het werk was. Hij kon maar geen goede vertaling vinden voor het belangrijke woord “geloof.” Daar bestond in die taal geen woord voor. Dat kenden ze eenvoudig niet. Hoe kon hij zo’n belangrijk principe duidelijk maken? Terwijl hij over zijn werk gebogen zat, kwam er iemand zijn kamer binnen die geboren en getogen was in dat land. Hij plofte vermoeid neer op een stoel. “O,” zei de man opgelucht, “obeany.” Het betekende zoiets als: “Wat is het goed om met mijn hele gewicht uit te rusten op deze stoel!” De zendeling keek gefascineerd op van zijn werk. Dat was het woord waar hij naar gezocht had. Geloof betekende zoveel als: “Je hele gewicht laten rusten op…”
***
Iedereen heeft wel een vriend die zegt: “Geloof? Nee hoor, ik wil het eerst zien… dan wil ik misschien nog wel geloven.” Maar ‘eerst zien’ heeft niets met geloof te maken. Zo werkt het niet. Geloof werkt juist andersom. Als je gelooft zul je zien. Dat is verstandelijk maar moeilijk te accepteren, vooral als je toch al niet gelooft.
Er wordt me weleens gezegd: “Jullie gelovigen denken zeker dat ik mijn verstandelijke vermogens maar in een stoffige lade moet opbergen en als een robot achter een pastoor moet aanlopen?” Verre van dat. God heeft ons onze verstandelijke vermogens niet voor niets gegeven en wil juist dat ieder mens volledig kan uitgroeien en kan opbloeien naar het beeld dat Hij voor ogen heeft.
Maar God is nu eenmaal geest en wij kunnen het niet zien met onze ogen. Maar echt geloof weet gevoelsmatig dat God er is. Echt geloof ziet de wereld door de ogen van God en heeft hoop. Echt geloof vertrouwt en weet dat het leven zin heeft; dat er een plan bestaat.
En dat geloof is gebouwd op het Woord van God.
Geloof houdt zich vast aan dat Woord. Geloof vertrouwt er op dat God over ons waakt omdat Hij het beloofd heeft. God heeft beloofd om in het duister naast ons te lopen en als de Goede Herder voor een uitweg te zorgen. Omdat Hij het gezegd heeft is het ook zo, ook al zien we het antwoord niet meteen.
Het gebeurt nog wel eens dat wij God aanroepen en Hem een boodschappenlijstje in de hand proberen te duwen. We staan erop dat Hij alles, liefst zo snel mogelijk, netjes bij ons voor de deur zal afzetten. En o wee als het niet gebeurt. Maar je kunt jouw programma toch niet aan God opdringen? God volgt Zijn eigen programma. Hij is altijd met ons bezig, om ons te leren en ons om te vormen naar Zijn beeld.
Daar moeten wij op vertrouwen. Je kunt niet alleen maar Gods vriend zijn op een mooie zomerdag. Waarom zou je Hem opeens verlaten als de stormen toeslaan en het duister je lijkt te omwikkelen? Hij heeft toch beloofd om juist dan naast ons te staan? Als we alleen maar durven te geloven zolang we alles begrijpen en alles van een leien dakje gaat zal ons geloof niet veel waard zijn. Dan zal het nauwelijks uitkomst bieden in tijden van tegenspoed en nood. Soms wordt ons geloof inderdaad op de proef gesteld, maar dat gebeurt om het te sterken. Net als goud dat gezuiverd wordt door de hitte van het vuur worden ook wij gelouterd door de testen van het leven. Daar groeit ons geloof door en wordt het rijk en echt van. Maar als wij opgeven omdat wij het niet meer “zien” of er niet eens aan willen beginnen omdat het toch niet werkt, zullen we de ware schatten en rijkdommen van een geloofsleven nooit ervaren en zal de diepe innerlijke rust die Jezus ons wil geven zijn kamp in jouw hart niet opslaan.