Maandag 29 september 2025

 

 

Zoals de hardloper in de wedloop waar de apostel Paulus over schrijft moet ook ik mij uitstrekken naar alles wat voor mij ligt.

Voor mij liggen:
een beter besef van heiligheid,
een duidelijker beeld van Christus,
een diepere nederigheid,
een verder reikend nut,
de overwinning over de dood,
de wijd openstaande hemelpoort
en de eeuwige heerlijkheid die nog zal worden geopenbaard.

Naar deze dingen moet ik streven met dezelfde vurige intensiteit waarmee
de man van de wereld zich stort op zijn zaken,
de geleerde zich verdiept in zijn studies,
de ontdekkingsreiziger zich geeft aan zijn reizen en inspanningen.

***

“Het gebed van een rechtvaardige, dat krachtig en vurig is, vermag veel!”
Jakobus 5:16

In gebed moet ik…
worstelen als Jakob,
smeken als David,
hoopvol zijn als Elia,
volhardend als Bartimeüs
en huilen met tranen zoals mijn gezegende Heer!

Gebed moet van de juiste soort zijn:
zeer nederig,
vol verwachting,
altijd volhardend…

Heer, leer mij bidden.

De standvastige is veilig bij U, vrede is er voor wie op U vertrouwt. Vertrouw op de HEER, voor altijd, want de HEER is een eeuwige rots.
Jesaja 26:3

Er bestaat een aangrijpend schilderij dat de verwoesting van Jeruzalem toont. Het beeldt de verschrikkingen van geweld, brand en ellende op sprekende wijze af. Maar daar, in de verte, zien we een klein groepje christenen rustig en vredig wegtrekken. De kinderen spelen onbezorgd langs de weg, de dieren eten rustig van het gras, terwijl het groepje gelovigen langzaam verder trekt. Boven hen zien we de schimmige vormen van engelbewaarders die onzichtbaar over deze pelgrims waken.

Het schilderij is waarachtig in zijn weergave. In tijden van het grootste gevaar worden degenen die van Christus zijn door Hem verzorgd, en zij zijn even veilig als wanneer zij in een rustig huis zouden zitten.

Er is maar één ding dat wij kunnen en moeten doen: eenvoudig trouw blijven temidden van gevaren en beproevingen. Wij moeten altijd onze plicht vervullen, ons niet tegen God keren in onze twijfels, en verdragen wat voor lijden of verlies ons ook overkomt. Onze bescherming ligt altijd in Zijn handen en daar moeten we onze zorgen laten.

Geen enkel kwaad kan degenen die in Christus geloven en Hem trouw en oprecht blijven vasthouden, treffen; hoe klein van hart ze ook mogen zijn. In het hart van de wildste cycloon, die verwoesting en ellende met zich meebrengt, is er toch een plekje dat zo stil is dat een blad nauwelijks wordt bewogen en waar een klein kind ongestoord kan slapen. Zo is er ook in het hart van de meest verschrikkelijke stormen in deze wereld een plaats van volmaakte veiligheid. Het is de plaats in het hart van Jezus; de plaats van vertrouwen.

Uit: Glimpses Through the Window of Life

Spreuk van de week



Als we nadenken over de verbluffende grootheid van de beloften in de Evangeliën, lijkt het erop dat onze Heer onze verlangens niet te sterk vindt, maar juist te zwak. Soms lijken wij op onwetende kinderen in een sloppenwijk die graag moddertaartjes blijven maken, omdat we ons niet kunnen voorstellen dat God ons uitnodigt op een onvergetelijke vakantie aan zee. Wij zijn veel te snel tevreden met wat we om ons heen zien, in plaats van uit te stappen en Zijn grote beloften te omarmen.
C.S. Lewis

Een wijs man denkt na voordat hij spreekt; een dwaas spreekt eerst en denkt daarna na over wat hij heeft gezegd.
Frans gezegde

Vertrouw met een kinderlijke afhankelijkheid op God, dan zul je geen kwaad hoeven vrezen. Reken er maar op: als de vijand zal komen als een rivier, zal de Geest van de Heere de banier tegen hem oprichten.
Op dat vreselijke uur, wanneer de wereld je niet kan helpen, wanneer alle krachten van de natuur tevergeefs lijken te zijn, ja, wanneer je hart je in de steek laat, zul je nog steeds in vrede kunnen vertrouwen op Hem die heeft gezegd: “Ik zal de kracht van je hart zijn en je deel voor altijd.”
Henry Blunt

Deze wereld is Gods wereld, tenslotte.
Charles Kingsley

Om over na te denken



Misschien heb ik geen afgoden van hout en steen, maar diep in mijn hart merk ik dat er nog steeds een hang bestaat naar opstandigheid, naar zelfverheerlijking en de mogelijkheden voor het kwaad die daaruit voortvloeien. Dit zijn afgoden die moeten verdwijnen!

Afgoden van zilver en goud? Ik beweer met klem dat ik daar niet mee bezig ben, maar toch bespeur ik soms een ongepaste eerbied voor de cultuur en rijkdom om mij heen. Er zijn momenten waarop ik mezelf erop betrap dat ik een hoge positie begeer, een plaats onder de vooraanstaanden van de aarde. Ook dit zijn afgoden die uitgeroeid moeten worden.

Er zijn nog vele andere beelden. Besmetting en vergif liggen verborgen in de kunst van deze wereld, haar literatuur en vertier. Het zijn invloeden die onmerkbaar mijn hart binnensluipen, maar de kracht van ware heiligheid ondermijnen. Plotselinge begeerte die oplaait, een onverwacht vuur van verleiding dat in mij opkomt. Voordat ik het besef, kan ik erdoor overwonnen worden. Deze machten van duisternis moeten worden overwonnen met een kracht groter dan de mijne! En die kracht komt van de Heilige Geest. Mijn dierbaarste afgoderij moet worden neergehaald, en Jezus moet Heer over alles zijn. Zoals een oude dichter het zei: “Ik heb één passie, en dat is Jezus, Jezus alleen!”

“Help mij, Heer, om elk beeld dat tussen mij en U staat van de troon van mijn hart te rukken en U alleen te aanbidden!”

Uit: In the Hour of Silence


Wijsheid begint met ontzag voor de HEER, inzicht is vertrouwdheid met de Heilige.
Spreuken 9:10

De vreze des Heren is een groot begrip. Het beschrijft een staat van geest en hart die tegenwoordig zo vaak ontbreekt, maar die ik moet zoeken, voeden en ontwikkelen in mijn eigen ziel.

Het is de vreze die wij jegens de Heer moeten voelen. Geen angst in wereldse zin, maar een diep ontzag voor Zijn schitterende en ontzagwekkende eigenschappen. Zijn rechtvaardigheid kan niet worden bezoedeld. Zijn heiligheid is altijd zonder smet. In Hem is geen enkele duisternis. Voor de pracht van Zijn majesteit bedekken de engelen hun gezichten met hun vleugels; cherubijnen voelen zich onwaardig terwijl ze aanbiddend rondom Zijn zuivere en geheiligde troon staan. Hij straalt uitsluitend goddelijkheid uit. Ach, Hij verdient mijn eerbied en mijn ontzag!

Christus heeft tijdens zijn leven op aarde onder tranen en met luide stem gesmeekt en gebeden tot Hem die Hem kon redden van de dood, en werd verhoord vanwege zijn diep ontzag voor God.
Hebreeën 5:7

De vreze des Heren is ook de vreze die Jezus zelf voelde. Jezus leefde, werkte, huilde en stierf onder de mensen zonder protest. God stierf voor mij in de persoon van mijn Verlosser, Jezus Christus, die zich alleen bezighield met de wil van de Vader. 

In mijn vreze bevind ik mij in het beste gezelschap. Ik heb gemeenschap met mijn Redder en mijn Koning.

Zo’n heilzame vreze…

zal mij afhouden van zonde, mijn waakzaamheid en heiligheid verdiepen, mijn ijver vergroten en mij in staat stellen altijd en overal in de aanwezigheid van God te leven.

Op talloze manieren, op ontelbare momenten, zal de vreze van God mijn leven ten goede komen.

Alexander Smellie

Wij zien zonde nooit in het juiste perspectief totdat wij haar zien als iets dat tegen God gericht is. Zonde is opstandigheid tegen Zijn liefdevolle wegen. Het is Gods gezag dat veracht wordt, Zijn heerschappij die terzijde wordt geschoven… Farao en Bileam, Saul en Judas zeiden elk: “Ik heb gezondigd,” maar de teruggekeerde verloren zoon zei: “Ik heb gezondigd tegen de hemel en tegen U.” Koning David zei hetzelfde: “Tegen U, U alleen heb ik gezondigd.” Koning Saul huilde ook over zijn zonden, maar niet omdat hij zo gebroken was en vol berouw voor God wilde neerknielen. Hij huilde omdat hij ontmaskerd was en wist dat het voorbij was met zijn macht en zijn leventje van overvloed. Alleen oprechte nederigheid in de aanwezigheid van God brengt de juiste resultaten.

Uit: in The Pursuit of Holiness

 

Uit het archief van Spurgeon

In een tijd van verschillende geloven en veel tolerantie voor verkeerde ideeën blijft het bijbelse onderwijs, dat Jezus de enige weg is, essentieel, ook al vinden veel mensen dat maar moeilijk te accepteren.

De Schrift laat echter geen ruimte voor dubbelzinnigheid: er is slechts één weg naar redding. Er zijn niet vele wegen naar God, noch zijn er verschillende evangeliën aangepast aan diverse groepen. Er is maar één Redder, één evangelie en één weg naar het eeuwige leven. De weg naar de hemel hebben we niet voor het kiezen, die wordt door God geopenbaard. En die weg is Christus alleen.

De apostel Paulus schreef, onder goddelijke inspiratie: “Ik verbaas mij erover dat u zo snel wegdraait van Hem die u door de genade van Christus heeft geroepen en u zich tot een ander evangelie wendt, wat in werkelijkheid helemaal geen evangelie is!” (Galaten 1:6-8). Er zijn geen alternatieve wegen naar redding. Er is geen ander evangelie voor Joden, weer een ander voor moslims, of eentje voor oprecht religieuze mensen, moralisten, heidenen of jongeren. Het evangelie is enkelvoudig, exclusief en absoluut.

Zelfs Jezus benadrukte de nauwe weg toen Hij zei: “Ik ben de weg, de waarheid en het leven. Niemand komt tot de Vader dan door Mij!” (Johannes 14:6). Hij zei niet dat Hij een weg is, maar dé weg. Petrus herhaalde deze exclusieve boodschap toen hij volmondig verkondigde: “In niemand anders is redding, want er is geen andere naam onder de hemel gegeven aan de mensen waardoor wij gered moeten worden!” (Handelingen 4:12).

Deze ene weg tot redding is uitsluitend door genade, door geloof, in Christus alleen. “Want door genade bent u gered, door het geloof, en dat niet uit uzelf, het is de gave van God—niet uit werken, zodat niemand zich kan beroemen!” (Efeziërs 2:8-9).

Laten wij daarom standvastig, vrijmoedig en zonder compromis de ene ware boodschap verkondigen, het enige evangelie dat redding brengt.

Uit de schatkist van het verleden

Ergens in de 19e eeuw merkte iemand op dat de loopjongens, belast met kleine klusjes in een bepaald deel van Londen, allemaal vals floten terwijl ze hun werk deden. Hoe kon dat?

Iemand suggereerde dat dit kwam doordat de klokken van Westminster niet helemaal zuiver klonken. Er was iets misgegaan met het klokkenspel en de klokken moesten worden bijgesteld. De loopjongens wisten niet dat er iets mis was met de klokken en hadden onbewust hun toonhoogte daaraan aangepast.

Zo hebben ook wij de neiging om de mensen met wie we omgaan na te doen; we nemen gedachten over uit de boeken die we lezen en de programma’s waar we naar luisteren, vaak zonder te beseffen dat we daardoor worden beïnvloed.

Zo is het ook met Gods Woord. Hij heeft ons Zijn zuivere Woord gegeven, de absolute toonhoogte van het leven. Als wij leren ons daarop af te stemmen, zullen we gemakkelijk de valse tonen herkennen in de muziek van de wereld en zullen we zelf zuiver fluiten.

Korte Anekdotes

De enige overlevende van een scheepsramp spoelde aan op een klein, onbewoond eiland. Hij riep tot God om redding en keek elke dag hoopvol over de horizon uit naar hulp, maar zag niemand. Er kwam geen schip voorbij.

Uiteindelijk lukte het hem om een eenvoudige hut te bouwen waarin hij relatief veilig was. Maar op een dag, toen hij op zoek was geweest naar voedsel, kwam hij terug en zag tot zijn ontzetting dat zijn hut in brand stond. De rook steeg hoog de lucht in en alles was verloren. Het leek het ergste wat hem kon overkomen. Zijn hart brak van verdriet. Maar vroeg de volgende ochtend verscheen er een schip aan de horizon en werd hij gered.

“Hoe wist u dat ik hier was?” vroeg hij aan de bemanning.

“Wij zagen uw rooksignaal,” antwoordden zij. “Mooi dat je dat gemaakt had, anders hadden we je niet gezien.”

Ook al lijkt het nu misschien niet zo, moeilijkheden kunnen juist de weg bereiden naar toekomstige zegen en geluk.

Hemels perspectief

Na de nachtelijke arbeid van de discipelen op het meer, had onze Heer een maaltijd voor hen klaarstaan aan de oever. Zo schenkt Hij ons ook vandaag, op onze lange pelgrimstocht, deze kostbare maaltijden en voedt Hij ons met Zijn liefde.

Wat een zegen, wanneer wij vermoeid zijn van arbeid, verdriet, strijd of teleurstelling, om een vuur te vinden met geroosterde vis en brood, alles gereedgemaakt door de attente liefde van onze Verlosser.

Dat is heerlijk, maar nog niet het allerbeste. Dat komt wanneer de lange nacht van pijnlijke, vermoeiende arbeid voorbij is en wij de hemelse oever naderen en de ochtend begint te gloren. Dan, op dat heerlijke moment, zullen wij de gezegende gestalte van Jezus zien, staande aan de hemelse kust, verlangend om ons te ontvangen en te omarmen. Daar, op de oever, staat een feest van hemelse vreugde voor ons klaar.

De aardse vriendschappen en relaties, hoe zoet ze ook mogen zijn, vallen in het niet bij het moment dat wij Jezus zelf mogen aanschouwen. Wij zullen plaatsnemen aan het huwelijksmaal van het Lam, en dat zal het allerbeste zijn; want Gods gave en Zijn vergeving zijn voor eeuwig, en de pijn is dan voor altijd voorbij.

J.R. Miller

Enkele dagen voor zijn overlijden schreef F. B. Meyer deze woorden aan een zeer dierbare vriend: “Ik heb zojuist, tot mijn grote verbazing, gehoord dat ik nog maar enkele dagen te leven heb. Het is goed mogelijk dat ik, voordat dit bericht u bereikt, het hemelse land al ben binnengegaan. Doe dus geen moeite om terug te schrijven. Wij zullen elkaar weerzien in het morgenlicht.”

Een glimlach

Het draait allemaal om prioriteiten in het leven en in het werk van God. 

Zo was er eens een zendingsgezin in China dat het land moest verlaten, kort nadat de communisten de macht hadden overgenomen. Soldaten vertelden het gezin dat ze twee uur hadden om hun spullen bijeen te rapen voordat ze het land werden uitgegooid. Ze mochten slechts honderd kilo bagage meenemen.

Zo begon een halve dag van ruzies en touwtrekken binnen het gezin: wat moesten ze meenemen? Ze hadden zoveel kostbare dingen. Die vaas wellicht? Dat was een kostbaar familie-erfstuk, dus die moest mee. En die typemachine was gloednieuw en die konden ze echt niet achterlaten. En och … al die mooie boeken? Wat nu. En zo ging het maar door. De spullen werden op de weegschaal gezet en er weer afgehaald totdat ze uiteindelijk een stapel bezittingen hadden die precies honderd kilo wogen.

Op het afgesproken tijdstip kwamen de soldaten terug. “Zijn jullie klaar?” vroegen ze. “Ja.”

“Hebben jullie alles gewogen?”

“Ja, dat hebben we gedaan.”

“Honderd kilo?”

“Ja, precies honderd kilo.”

“En de kinderen … Hebben jullie die gewogen?”

“Eh… nee. Dat zijn we vergeten.”

“Weeg de kinderen, want anders blijven die hier!”

In een oogwenk werden de vaas, de typemachine en de boeken waardeloos. Afval! Niets van dat alles had nog enige betekenis vergeleken met de waarde van de kinderen.

Ik zei het je al … het gaat erom wat echt belangrijk is in het leven.

Uit: Thought for the Day, 2003

Dat is grappig  

De ochtenddienst begint. Er zit maar één man in de kerk. De dominee zegt: “Het schijnt dat iedereen aan het uitslapen is. Gaat u naar huis of wilt u dat ik de preek houd?”

De man, die boer is, krabt achter zijn oor: “Natuurlijk niet, dominee. Als het voedertijd is en er komt maar één kip opdagen, geef ik die toch zeker te eten?”

De dominee knikt en houdt een preek van meer dan een uur. Na afloop vraagt hij: “En, wat vond u ervan?”

De boer zegt droogjes: “Dominee, als ik één kip voed, geef ik toch niet de hele emmer? Na vijf minuten zat ik al vol!”

Al ging ik ook in een dal der schaduw des doods, ik zou geen kwaad vrezen, want Gij zijt met mij; Uw stok en Uw staf, die vertroosten mij.
Psalm 23:4

 

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier