Maandag 25 november 2024
Hebben we niet allemaal de neiging om onze tekortkomingen uit te vergroten en onze goede eigenschappen maar wat te bagatelliseren? “Kijk toch eens wat andere mensen doen? Mensen die zoveel goeds doen en alles zoveel beter begrijpen dan die gewone stervelingen zoals wij.”
Dan kijken we als het ware verlangend in de etalages van die betere mensen die schijnbaar zoveel meer te bieden hebben dan wij. Een beetje zoals in het verhaal van Charles Dickens; Oliver Twist die watertandend door de etalage van een bakkerij keek naar al dat lekkers dat daar stond uitgestald, wat voor hem onbereikbaar was. De geur van het geluk en succes die door de deuropening op ons afkomt, vervult ons met een gevoel van frustratie. Over onze eigen persoonlijkheid en unieke gaven valt niet bepaald naar huis te schrijven, denken we. We overschatten de waarde van anderen en doen onszelf te kort.
De vloek van vergelijking.
De meeste mensen worstelen met hun eigenwaarde en beschouwen anderen als opmerkelijke stervelingen die vooraan in de rij stonden toen God Zijn talenten en genialiteit uitdeelde.
De waarheid is echter dat al die zogenaamd goede mensen eens besloten om zelf de bakkerij binnen te stappen en vroegen of ze mochten leren hoe ze zo’n lekker brood konden bakken. In plaats van in de etalage te staren, deden ze een schort voor en begonnen hun ideeën te kneden tot iets wat anderen konden consumeren. Het kostte natuurlijk wat tijd, maar door hun doorzettingsvermogen vervulden ze hun droom.
Alles voelt klein en onbeduidend als je begint, maar de reis is meer dan de moeite waard.
We krijgen één kans om te leven. Eén kans in dit spel. Doe mee om te winnen. Jij kunt ook iets bijdragen aan het geluk van een ander, dat niemand anders heeft.
“Een lichaam bestaat toch ook niet uit één lichaamsdeel, maar uit een groot aantal lichaamsdelen? Als één van de voeten zou zeggen: “Omdat ik geen hand ben, hoor ik niet bij het lichaam,” heeft hij dan gelijk? En als een oor zou zeggen: “Omdat ik geen oog ben, hoor ik niet bij het lichaam,” heeft het dan gelijk? Want hoe kan een lichaam horen als het alleen uit ogen zou bestaan? En hoe kan het ruiken als het alleen uit oren zou bestaan? Maar God heeft aan iedereen zijn eigen, speciale plaats in het Lichaam gegeven, daar waar Hij het wil.”
1 Korintiërs 12:14-18
Natuurlijk voelen we ons soms zwak. Maar volgens God zijn we nodig, stuk voor stuk. De Schepper van hemel en aarde zegt dat jouw stem en jouw bijdrage nodig zijn. Luister dus niet naar de stem van het ongeloof en stuur je eigen unieke bijdrage niet naar de prullenbak. God zegt dat jij waardevol bent, een parel in Zijn ogen en van onschatbare waarde. Dat is een goede gedachte om de week mee te beginnen.
Uit: Faithful Creative
Gebed
Heer, nu ik deze nieuwe week begin zoek ik Uw leiding en motivatie. Vul mijn hart met enthousiasme en doelgerichtheid, zodat ik mijn taken met vreugde kan aanpakken. Help me om elke uitdaging te zien als een kans om te groeien en te leren. Moge ik Uw aanwezigheid voortdurend voelen bij alles wat ik doe, en helpt U mij te vertrouwen dat U met elke stap bij me bent. Ik bid voor helderheid in mijn gedachten die me helpt om beslissingen te nemen die met Uw wil overeenstemmen. Dank U voor de kracht die U geeft en moge ik Uw liefde weerspiegelen in alles wat ik doe. Amen.
Uit: Prayerlit
Goed en kwaad…
In een ver verleden
was het zo moeilijk niet
die van elkaar te onderscheiden.
Op scholen werd eenvoudig onderwezen
Dat het goede goed is
En het slechte kwaad.
Toen werd er nog gebeden
Maar die dagen zijn verdwenen,
nu zijn we slim, in alles onderlegd.
De waarheid is vandaag veel beter,
nu we alles zo goed weten.
Alles kan, voor alles is er plaats.
We maken zelf wel uit wat goed is en wat slecht
En God, die grijsaard met de baard?
Nee, die kun je wel vergeten.
Hoe kun je toch nog denken
dat wij gemaakt zijn in Zijn evenbeeld?
Een fabel is het, echt een sprookje,
Onzin, waar niemand nog om geeft
Wij komen van de apen, ‘tis duidelijk zat
Schreeuw het van de daken
Doe maar wat je voelt,
Omdat je dan pas leeft.
Maar…
Waarom dan toch nog steeds die vragen?
Waarom toch dat leed?
De maatschappij die staat op springen,
Is er dan niemand die het weet?
Als apen slingeren we in ‘t rond,
In kennis groeien we als leeuwen
Maar niemand die het leven nog begrijpt,
Of de zin van dit bestaan.
Oorlog; baby’s dood in moederbuiken,
Voor ouderen geen plaats
Maar voor ratten en de ratelslang wordt fel gestreden
Want daar heb je echt wat aan
Maar…
Waarom toch nog steeds die vragen?
Waarom toch dat leed?
De maatschappij die staat op springen,
Is er dan niemand die het weet?
Maar geloof het, of geloof het niet:
God zit nog altijd op de troon
en lacht om ’s werelds dwaze plannen.
Hij bereidt reeds haar verdiende loon.
Het duurt niet lang meer voor Hij wederkomt
en de leeuw zal spelen met het lam.
Als de wereld Hem opnieuw zal eren
En het duister wegteert in Gods hete vlam.
-Vrij bewerkt door Koos Stenger
Er is een Oosters verhaal over twee broers, Ahmed en Omar. Allebei wilden ze iets doen in hun leven waardoor ze tot ver in de omtrek naam zouden maken. Omar, gewapend met wig en touw, tilde een grote obelisk op zijn basis, kerfde er een bijzondere vorm in en graveerde het geheel met vreemde inscripties. Het werd een heel bijzonder werkje en mensen knikten eerbiedig. Tenslotte liet hij het maar in de hete woestijn staan om daar de stormen te trotseren, maar hij keek met tevredenheid terug naar wat hij beschouwde als zijn levensmonument.
Ahmed, gezegend met diepere wijsheid en een waarachtig hart, deed het anders. Hij groef een diepe put in de zanderige woestenij en plantte er hoge dadelpalmen om koele schaduw te maken voor de dorstige pelgrim, en zo een plaats te scheppen waar men zich kon verfrissen. Deze twee daden illustreren twee verschillende manieren waarop we kunnen leven. We kunnen aan onszelf denken en op pad gaan om roem en werelds succes te vergaren, of we kunnen besluiten ons leven in te zetten om een oase te worden voor anderen, een bron in de woestijn, om de dorstigen te drinken te geven en beschutting en verfrissing met koele schaduw te bieden aan de vermoeiden en zwakken.
Uit: Glimpses through the Window of Life
Deze week nieuw op de site
Er was eens een lieve, oude dame die langzaam haar geheugen verloor. Alle details ontschoten haar en op een gegeven moment wist ze bijna niets meer. Toch was er een ding dat haar bijbleef. Haar favoriete Bijbelpassages leefden nog steeds voor haar.
Lees meer
De vader zat vermoeid op de bank naar zijn favoriete Tv-programma te kijken, toen zijn zoontje van zeven hem kwam storen. De vader vroeg hem geïrriteerd wat de jongen moest. “Hoeveel verdient u in een uur, vader?”
“Dat gaat je niet aan,” antwoordde de vader nors.
“Alstublieft vader… ik moet het weten,” vroeg het kereltje weer…
Lees meer
Spreuk van de week
Wie God heeft, heeft alles; wie alles heeft behalve God, heeft niets.
Augustinus
Een Schotse vrouw zei tegen haar dominee: “Ik hoor u graag preken en u doet echt uw best. Alleen begrijp ik het niet altijd even goed, want u haalt zoveel dingen uit de Bijbel die er eigenlijk helemaal niet staan.”
Uit: de Watchman-Examiner
Niets plaatst een persoon zo buiten het bereik van de duivel als nederigheid.
Jonathan Edwards
Jezus stierf in het openbaar voor jou, dus leef niet alleen in het geheim voor Hem.
Charles Spurgeon
Om over na te denken
Beethoven was stokdoof toen hij zijn beste muziek componeerde. Thomas Edison was doof toen hij de grammofoon uitvond. Alexander de Grote had een bochel. Homerus was een blinde minstreel. Renoir schilderde zijn mooiste stukken toen zijn vingers zo krom waren geworden door de reumatiek dat zijn penseel aan zijn hand vastgebonden moest worden. Handel was aan zijn rechterzijde verlamd toen hij zijn mooiste werk componeerde: Het Halleluja-loflied. Vaak zijn het de mensen die de grootste moeilijkheden hebben overwonnen die op hun beurt andere mensen helpen de moed en het geloof te vinden om hun problemen ook te overwinnen. Hun persoonlijke ervaring is het bewijs dat het mogelijk is om boven schijnbaar onoplosbare situaties uit te stijgen. Als Helen Keller vanaf haar prille jeugd niet blind en doof was geweest was ze nooit uitgegroeid tot de inspiratie die ze werd en vandaag nog steeds voor miljoenen mensen is. Dan had ze nooit gezegd: “Ik dank God voor mijn handicaps, want die hebben mij geholpen om mezelf, mijn werk en mijn God te vinden.”
Booker T. Washington werd als slaaf geboren en werkte in kolen- en zoutmijnen. Die had geen toekomst, maar toch werd hij leraar en de woordvoerder voor Afro-Amerikaanse belangen en de oprichter van een universiteit voor jonge Afro-Amerikanen. Jerome K. Jerome verloor zijn vader toen hij 12 was. Toen hij 14 was moest hij gaan werken om zijn moeder en zijn zusje te onderhouden. Zijn leven werd nog moeilijker toen zijn moeder stierf, maar Jerome werd schrijver. Je zou denken dat hij droevige drama’s ging schrijven, maar dat was niet zo. Hij schreef humor. Na zo’n zwaar begin van zijn leven zei hij: “We worden sterk door het gevecht, niet door de overwinning.”
God slijpt ons door het leven. Hij wil ons vormen tot mensen die echt iets te bieden hebben en weten wat het is om te leven. Mensen, omgevormd tot Zijn beeld.
Een volgeling van Jezus is een mens die zijn verstand door Jezus laat gebruiken. Jezus denkt door hem heen. Het is iemand door wie Jezus kan liefhebben en wiens stem Hij gebruikt om te spreken. Hij is de hand die Jezus gebruikt om mensen te helpen.
Vergeet echter niet: een volgeling is slechts een dienaar. Hij is niet de Meester, maar de leerling. Hij is niet de leider en zeker niet het middelpunt van alle aandacht. Hij werkt slechts op de achtergrond en staat in de schaduw van de Meester. Jezus is de leider. Die is het middelpunt. Een volgeling van Jezus is door God geroepen om het kruis van Jezus te helpen dragen door voor Hem in deze wereld te leven. Daarom weet niemand precies waar God Zijn volgelingen te werk stelt. Het maakt een volgeling van Jezus niet uit. Hij is trouw aan God tijdens de goede dagen en tijdens de slechte. Hij doet de kleinste en laagste klusjes met dezelfde passie als de grote, aardverschuivende opdrachten. Het geeft niet of de mensen wel zien wat hij allemaal wel en niet doet, zolang God het maar ziet. Een volgeling van Jezus staat dus klaar voor God, wat hem ook gevraagd wordt.
-John Straub
Daily Light
Satan kent de zwakke plekken in de vesting van het menselijk hart. Hij heeft een bondgenoot in de menselijke trots. Door alle tijden heen heeft hij deze bondgenoot met veel succes ingezet. Het net van trots is groot en breed en is zorgvuldig opgebouwd met mazen waardoor verwaandheid en ijdelheid worden opgewekt en bevredigd. De vijand begint altijd met een aanval op het Woord van God. Hij vleit en probeert ons ervan te overtuigen dat ons nietige intellect gemakkelijk boven de ons gegeven Bijbelse hoogten kan uitstijgen. Zo moedigt hij onze kinderlijke fantasieën aan om een oordeel uit te spreken over de waarheden van God. Zijn geliefde lokaas is nog altijd hetzelfde als in de Hof van Eden en zo spreekt hij listig: “Mensen, wees toch wijs en breek jezelf los van die verstikkende hindernissen van die ouderwetse Schriftgedachten. Stijg liever op naar een helderder licht. Laat het onderwijs van dat verouderde boek over aan de simpele zielen en de bijgelovigen. Gooi de schemerige kaars van vervlogen tijden weg en steek je fakkel aan bij de zon van de rede.” En zo toont onze vijand ons een boom vol giftige bessen en fluistert ons toe dat juist deze bessen ons wijs zullen maken, terwijl het tegendeel waar is. Onnozele slachtoffers eten van de verkeerde boom en zinken weg in een diepere duisternis zonder hoop en licht.
Maar door het Woord wordt alles anders. Als het kind van verderf, wankel je en heb je geen vaste grond onder je voeten. De verzoeking grijnst je toe vanuit iedere hoek. Maar als kind van God staan je voeten in Christus op een rots van triomf. De trawanten van de hel zullen je zeker aanvallen, maar verankerd in het Woord sta je stevig en sterk. Jezus leidt je naar een overwinnaarskroon. Hij geeft je het zwaard van de Geest, het schild van geloof en de helm van verlossing. Ga in Hem vrijmoedig voorwaarts. In Hem zul je de begeerte van het vlees – de begeerte van de ogen – en de trots van het leven verslaan. En nog even en je regeert op de hoogten van de heerlijkheid en je zult de legioenen van het kwaad in hun eigen kuil geworpen zien worden.
Uit: Beacons of the Bible – Henry Law
Klik hier voor een korte Bijbelstudie uit Daily Light
Uit het archief van Spurgeon
Een korte verzameling spreuken van Spurgeon over het atheïsme.
* Een atheïst is een man die door deze prachtige tempel van de natuur marcheert en zegt: ‘Er is geen architect!
* Atheïsten zijn voortdurend boos op iemand die niet bestaat.
* Een dwaas kan nu in zijn hart zeggen: ‘Er is geen God!’, maar hij zal in de eeuwigheid snel van gedachten veranderen.
* Wanneer mensen ophouden in God te geloven, geloven ze niet in niets – ze geloven in alles.
* Het bestaan van God is zo duidelijk, dat het niet anders kan dan dat zij die weigeren het te zien, opzettelijk blind moeten zijn.
* Atheïsme is een rebellie, niet tegen de God die niet bestaat, maar tegen de God van wie ze weten dat Hij wel bestaat.
* Er is geen land waar de gedachte aan God een schaduw werpt – behalve in de duisternis van een opstandig hart.
* De hel is de waarheid die te laat geloofd wordt.
* Atheïsme graaft zijn eigen graf, met schoppen van trots en scheppen van zonde.
Uit de schatkist van het verleden
In 1869 heerste er koorts in het huis van de opzichter van de vuurtoren van Ellis Bay, en alsof dat nog niet genoeg was, ging die dag ook de machine die het licht in de vuurtoren verzorgde kapot. Het licht moest elke anderhalve minuut knipperen. Zoniet, dan zouden de schepen op zee misleid worden en mogelijk schipbreuk lijden. De heldhaftige vuurtorenwachter besloot dat er maar één optie was. Hij moest het licht handmatig iedere anderhalve minuut laten knipperen. Zo zat hij daar iedere nacht boven in de vuurtoren twaalf uur lang met zijn klok in de hand om het licht op het juiste moment te laten stralen. Schepen op zee zagen de vertrouwde flitsen en vervolgden veilig hun koers. Het duurde weken voordat er een bevoorradingsschip naar de troosteloze plek kwam en al die tijd was er ziekte in het gezin van de opzichter. Overdag verzorgde hij zijn familie en iedere nacht klom hij weer naar boven om zijn plicht te vervullen.
Dit voorval illustreert ware trouw en de onverzettelijkheid die wij als kinderen van God zouden moeten hebben. Het is ook een plaatje van innige zorg en tederheid. Geworteld in de heldhaftige integriteit en het plichtsbesef van de vuurtorenwachter straalt daar de aanhankelijkheid en liefde van het ware vaderschap. In elk waardig leven vinden we deze beide kwaliteiten. Onder het pantser van staal en plicht zou altijd een zacht en teder hart moeten kloppen.
J.R. Miller
Een glimlach…
In een fabriek waar prachtige tapijten met ingewikkelde patronen gemaakt werden hing een groot bord bij een gecompliceerde machine. Er stond op: “Als er iets verkeerd gaat, druk dan direct op de groene knop en vraag de bedrijfsleider om hulp. Probeer het niet zelf op te lossen.”
Er werkte al jarenlang een vrouw in de fabriek die dacht dat ze inmiddels wel wist hoe het er in de fabriek toeging en toen er op zekere dag iets fout ging met de machine vond ze het dan ook niet nodig om de bedrijfsleider erbij te halen. Ze werkte tenslotte al jaren met dat ding en begreep beter dan wie dan ook hoe alles in elkaar stak.
Maar ze kwam van een koude kermis thuis. Na een half uur stond het zweet haar op het voorhoofd en was de machine er erger aan toe dan daarvoor. Uiteindelijk kwam de bedrijfsleider erbij.
“Ik heb mijn uiterste best gedaan,” zei de vrouw zenuwachtig. “Echt mijn uiterste best.”
“Je uiterste best,” sprak de bedrijfsleider bedachtzaam, “was mij om hulp vragen.”
Hij had gelijk. En dat is een belangrijk principe, als wij in ons leven geconfronteerd worden met dingen die wij eigenlijk niet aankunnen. Wij kunnen de bedrijfsleider erbij halen. Dan doen wij het echt het beste. Maar vaak nemen we daar de tijd niet voor. Wij kunnen de problemen zelf wel aan, en bovendien kunnen we iedereen dan goed laten zien hoe slim we zijn. Maar de Bijbel spoort ons aan om iets anders te doen:
Vertrouw op de HEER met heel je hart,
steun niet op eigen inzicht.
Denk aan hem bij alles wat je doet,
dan baant hij voor jou de weg.
-Spreuken 3:5,6 (Nieuwe Bijbelvertaling)
Dat is grappig
Er bestaat een anekdote die heel goed duidelijk maakt hoe moeilijk het is voor onze menselijke natuur om God te vertrouwen op die momenten dat wij het niet zien zitten. Zo was er eens een man, we zullen hem Jaap noemen, die tijdens een bergwandeling uitgleed en zomaar pardoes over de rand van een ravijn gleed. Gelukkig kon hij zich nog net op tijd aan een uitstekende tak vastgrijpen en zo bungelde de arme man tussen hemel en aarde, terwijl het angstzweet hem uitbrak. Hoe lang zou hij zich nog kunnen vasthouden voordat hij honderd meter naar beneden zou storten?
“Help,” schreeuwde hij met een van angst overslaande stem. “Is er dan niemand die mij hoort…?” Na enige minuten zo geschreeuwd te hebben klonk er opeens een luide stem.
“Ik hoor je, Jaap. Wat is het probleem?”
“Ik hang aan een tak en ik kan me bijna niet meer vasthouden. Help me dan toch…”
“Ik sta voor je klaar, Jaap,” antwoordde de stem.
“De Heer zij geprezen,” antwoordde Jaap.
“Dank je,” zei de stem. “Ik stel het altijd op prijs als mensen Mij eren.”
“B-bent U God misschien?” stamelde Jaap. “Ik zie U niet… W-waar bent U dan?”
“Ik ben overal, Jaap,” antwoordde God. “En Ik zie dat jij hulp nodig hebt.”
“O ja,” schreeuwde Jaap. “Heel hard… en snel ook… Als U mij helpt, beloof ik dat ik nooit meer zal zondigen. Dan zal ik elke zondag naar de kerk gaan, en misschien doe ik zelfs nog iets in de collecteschaal.”
“Wacht maar even met het maken van beloftes, Jaap,” antwoordde God. “Laten wij er eerst eens voor zorgen dat je vaste grond onder je voeten krijgt. Daarna praten we wel verder.”
“Snel, Heer… Ik kan haast niet meer.”
“Luister Jaap… Je moet precies doen wat Ik van je vraag.”
“Natuurlijk Heer. Alles wat U zegt. Snel nou toch.”
“Goed Jaap… Daar gaan we. Laat die tak los… Vertrouw Me gewoon en laat los.”
“Wat zegt U nou? Bent U nou helemaal …”
Het werd even doodstil, maar toen schreeuwde Jaap het uit: “Help… Help… Is er nog iemand anders in de buurt? Help… ik kan het niet meer houden!”