Maandag 07 maart 2022
Lang geleden, toen de slavernij nog niet was afgeschaft, bezocht een rijke plantage-eigenaar eens een slavenmarkt, op zoek naar een eerlijke slaaf die hem kon helpen op zijn plantage. De man had een hart voor de slaven en behandelde hen goed, maar was er niet zeker van of hij zo’n nieuwe slaaf wel een-twee-drie kon vertrouwen. Toen hij een stevige knaap in het oog had gekregen, een jongen met een vriendelijk gezicht en een krachtige uitstraling stapte hij op de slaaf af en vroeg hem fluisterend: “Ik zou je wel mee willen nemen. Je zult het goed bij me hebben, maar één ding wil ik van je weten: Zul je eerlijk en goed tegen me zijn als ik je koop?”
De jongen keek hem verbaasd aan en antwoordde: “Meester, ik wil altijd eerlijk en goed zijn. Of je mij nu koopt of niet heeft er niets mee te maken.”
De volgende zes dingen haat de Heer, nee, zelfs zeven vindt Hij walgelijk: ogen die trots kijken, een tong die liegt, handen die onschuldige mensen doden, een hart vol kwaad, voeten die zich naar een misdaad haasten, mensen die liegen in een rechtszaak en mensen die ruzies uitlokken tussen vrienden.
Spreuken 6:16-19
Deze week nieuw op de site:
Wie bedank je eigenlijk?
Wonder in de jungle (Dit is eerder gepubliceerd, maar met het oog op de oorlog in Oekraïne een aanmoedigend verhaal)
Deze nieuwsbrief lezen in je browser
Spreuk van de week
Iedere christen heeft elke dag een half uur nodig om te bidden, behalve wanneer hij het druk heeft, dan heeft hij zeker een uur nodig.
Franciscus van Sales
Om over na te denken
Het is elf dagen reizen van Horeb naar Kades-Barnea, langs de weg door de bergen van Seïr, maar het volk deed er 40 jaar over.
Deuteronomium 1:2
Elf dagen maar… en toch duurde het veertig jaar! Hoe kwam dit? Helaas hoeven we niet lang te zoeken naar het antwoord. Dat lag aan de mens zelf. Hoe langzaam schuifelen ook wij voort op weg naar het beloofde land. Wij strijden met God; we klagen, we mopperen en omdat we ons telkens weer laten leiden door onze eigen wijsheid in plaats van door de Geest van God, dwalen we af en komen we op bochtige en kronkelige wegen terecht. Dan moeten we weer teruggaan en dezelfde weg opnieuw afleggen. Helaas zijn wij maar trage reizigers en dat komt doordat wij trage leerlingen zijn. Onze God is een getrouwe, wijze en vooral een genadige en geduldige Leraar. Hij zal niet toestaan dat wij onze lessen afraffelen en ons er met een jantje-van-leiden van afmaken. Hoe vaak denken we niet dat we die bepaalde les nu wel onder de knie hebben en staan we te trappelen om aan iets nieuws te beginnen, terwijl wij het toch niet helemaal begrepen hebben? Onze wijze Leraar weet wel beter, en ziet de noodzaak ervan in om nog even wat dieper door te ploegen. Hij wil dat onze relatie met Hem echt wordt en dat we niet alleen maar een theoretisch geloof hebben. Steeds weer wil Hij dat wij Zijn toonladder goed onder de knie krijgen, zodat we Zijn eer uit volle borst en vooral zuiver kunnen bezingen.
-C. H. M.
Het archief van CH Spurgeon
Je hoeft niet bang te zijn. Niet voor gevaren die je ’s nachts bedreigen. Niet voor pijlen die overdag op je afgeschoten worden.
Psalm 91: 5
Eerlijk is eerlijk, wij mensen zijn maar zwakke schepselen en worden gemakkelijk door vrees meegesleept, maar de beloften die voor ons liggen verzekeren ons dat wij als kinderen van de hemel niets te vrezen hebben. De nacht, vaak het symbool van lijden en pijn, is dikwijls het uur van verschrikking. Dat is het moment waarop de onrust ontwaakt en rondloopt als een bloeddorstig roofdier. Spookbeelden uit de grafkelders van de onderwereld veranderen onze vrede in momenten van verschrikking en dat terwijl de engelen zich in onze kamer verzameld hebben om ons te bevrijden van die verschrikkelijke bezoekers uit de hel. Gezegend is de gemeenschap met God die ons ongevoelig maakt voor deze nachtelijke angsten, altijd geboren in de diepe duisternis. Vrij zijn van angst is een onuitsprekelijke zegen, en onze Vader wil niets liever dan ons er volledig van verlossen door ons dicht tegen zich aan te drukken. Het is Zijn wil dat wij verblijven in de schaduw van de Almachtige, en in die schaduw is geen enkele plaats meer voor onrust. De mens die God aanraakt wordt gevuld met diepe vrede. Als wij ons eenmaal bedekt weten door de goddelijke vleugelen van de Heer kan het ons niet schelen welke verschrikkingen er over de aarde scheren, want wij zijn veilig geborgen bij onze hemelse Vader.
Uit de schatkist van het verleden
De filosofen Voltaire (1694-1778) en Rousseau (1712-1778) staan vandaag de dag nog steeds bekend als overtuigde atheïsten die hun uiterste best deden om het geloof in God met de grond gelijk te maken. Ergens in de 19e eeuw bezocht een groepje ijverige volgelingen van hen de catacomben van St. Calixtus in Rome. Terwijl ze de gangen lachend, spottend en vol godslastering binnengingen en daar ronddwaalden, raakte een van hen de weg kwijt. Zijn licht ging uit en opeens was hij alleen met de doden. Tastend tussen de gewelven door, omringd door vergane beenderen liet zijn goddeloosheid hem in de steek. Uiteindelijk riep hij in vertwijfeling tot God uit en zakte hij verslagen en wanhopig neer in de duistere gewelven. De volgende dag vond iemand hem en werd hij in veiligheid gebracht en was hij niet langer een godslasteraar.
Jezus zei: ‘Ik ben het licht voor de mensen. Iemand die Mij volgt, hoeft nooit meer in het donker te leven. Hij zal wandelen in het licht dat leven geeft.
Johannes 8:12
Het is beter om te luisteren naar een waarschuwing van wijze mensen, dan naar het vrolijke zingen van dwazen. Want het lachen van een dwaas is net zo snel voorbij als het geknetter van brandende dorens onder een pan. Het is maar lucht.
Prediker 7:5-6
Dat is grappig
Een voorganger had voor de laatste keer in zijn kerk gepreekt en nam afscheid van zijn gemeente bij de kerkdeur, waar hij iedereen persoonlijk de hand schudde.
Een oudere dame kwam langs en zei: “Ik wens u veel succes in uw nieuwe gemeente, dominee. Helaas zal uw opvolger niet zo goed zijn als u.”
“Wat een onzin!” zei de dominee, toch wel gevleid. “Misschien is hij wel beter.”
De oude dame schudde bedroefd haar hoofd. “Nee hoor,” zei ze. “Ik ben al lang lid van deze kerk en heb inmiddels zes verschillende predikanten meegemaakt, maar elke nieuwe dominee was slechter dan de vorige.”