Het ijs bevroor net op tijd
De bekering van James McConkey (1858 -1937)
James H. McConkey, een bijbelleraar die leefde tussen 1858 en 1937, vertelt ons hoe hij tot het geloof kwam.
Ondanks het feit dat James al vanaf zijn kleutertijd naar de kerk ging kwam hij pas rond zijn twintigste tot een echt geloof in Christus en werd hij een man van Gods Woord. In die tijd rustte de verantwoordelijkheid voor het gezin volledig op zijn schouders daar zijn vader reeds gestorven was. Het dwong hem om zijn rechtenstudie op te geven en hij moest, naast zijn werk, zijn invalide moeder verzorgen. In die tijd werd hij op de proef gesteld doordat een lang verwachte ijsoogst werd weggespoeld en zijn ijsbedrijf een fatale klap leek te krijgen. Het werd het moment waarop hij zijn leven volledig overgaf aan God. Na een preek over toewijding bleef de zin: “Heer, Gij weet dat wij kunnen vertrouwen op de man die voor ons gestorven is,” tot zijn hart spreken en gaf hij elk doel en plan van zijn leven definitief aan God over. Hoe hij zover kwam vertelt hij hier in zijn eigen woorden, in “The Surrendered Life.”
***
In mijn vroege leven ging ik een partnerschap aan met een vriend. We dachten geld te kunnen verdienen door een groothandel in ijs op te zetten. Wij waren beide jonge mannen en hadden alles wat we bezaten in de zaak geïnvesteerd. Maar het was niet gemakkelijk. We kregen al snel te maken met teleurstellingen. Twee seizoenen achter elkaar werd ons ijs weggevaagd door de vroege dooi in de winter en we stonden onder grote druk. We hadden nog een laatste kans in de winter waar ik het nu over heb. Gelukkig werd het een koude winter en eindelijk leek het ons voor de wind te gaan. Het ijs vormde zich en werd dikker en dikker, totdat het klaar was voor ons om te verzamelen. Ik herinner me de vreugde die in onze harten opwelde toen we een bestelling kregen voor duizenden tonnen ijs, die ons helemaal uit onze financiële nood zou halen.
Niet lang daarvoor had God tot mijn hart gesproken over het belang van vertrouwen en overgave aan Zijn hand. Sterker nog, Hij had me op het hart gedrukt dat ik mijn zaken aan Hem moest overgeven en Hem er absoluut mee moest vertrouwen. Dat probeerde ik dan ook, zo goed als ik kon, maar het gebeurde allemaal in mijn eigen kracht.
En toen kwam die vreselijke beproeving. Toen ik op zaterdagavond naar bed ging leek alles goed, maar om middernacht werd ik wakker door het onheilspellende geruis van de regen. Regen en ijs? Dat gaat niet samen. Tegen de ochtend stroomde het water met bakken uit de hemel. Toen ik naar de rivier keek, vanuit mijn huis op de heuvel zag ik angstaanjagende, gele strepen water die over het ijs liepen. Ik wist wat het betekende. Het water vernietigde het ijs. Dezelfde situatie had ons ijs al twee keer eerder weggevaagd. Tegen de middag woedde de storm in alle hevigheid, was ik in een groot geestelijk gevecht beland en ging ik door een enorme geloofscrisis.
Misschien denk je wel dat ik me er niet zo druk over moest maken. Onze ijshandel was tenslotte een werelds gebeuren en waarom zou je als gelovig mens nu in een geestelijke crisis terechtkomen over iets zo schijnbaar onbelangrijks?
Toch niet. Maar ik heb geleerd dat een zaak, hoe klein die ook mag zijn, een diepgaande en verstrekkende invloed op iemands leven kan hebben. En zo was het ook met mij. Ik was wanhopig en wist me geen raad totdat ik plotseling begon in te zien dat er diep in mijn hart een geest van rebellie tegen God heerste. Die opstandigheid openbaarde zich door een suggestie die in mijn hart opkwam. Het was een listige vraag:
“Je hebt alles aan God gegeven. Je zegt dat je God gaat vertrouwen met je zaken. En nu krijg je dit? Is dit de manier waarop God je beloont? Je bedrijf zal worden weggevaagd, en morgen ben je failliet en heb je geen cent meer over om voor de familie te zorgen.”
Ik merkte dat mijn hart bitter werd bij het vooruitzicht dat God mij mijn bedrijf zou afnemen, terwijl ik het alleen maar wilde voor legitieme doeleinden. Maar toen hoorde ik ook een andere stem: “Mijn kind, meende je het echt toen je zei dat je me zou vertrouwen? Kun je me zowel in het donker als in het licht vertrouwen? Zou ik iets doen, of iets in je leven laten komen dat niet goed voor je is?”
En toen sprak die andere stem weer: “Wat een onzin. God kan toch makkelijk al dat ijs voor je bewaren. Waarom zou God je je zaak afnemen terwijl je zo oprecht en eerlijk bezig bent?” Het was een zeer aannemelijke stem, en een kort moment lang bespeurde ik het slangengesis niet in het woord “waarom”.
Plots begreep ik dat het geheim van het overwinnen van angst en zorg niets te maken heeft met een verandering van mijn omstandigheden, maar dat het alles te maken heeft met het toelaten van Gods aanwezigheid in mijn leven, iets wat alleen maar kan als ik mij volledig aan Hem overgeef, zonder voorwaarden.
Die middag heb ik een van mijn grootste geestelijke gevechten van mijn leven gevoerd. Aan het einde van twee uur strijd durfde ik dankzij Gods overweldigende genade uit te roepen: “Neem de zaak, neem het ijs, neem alles; geef mij alleen de hoogste zegen van een volledig onderworpen wil.”
En toen was er rust.
De storm woedde nog steeds. Het water stroomde met volle kracht over mijn ijs, maar het maakte me niets meer uit. Alles lag in Gods handen. Die nacht sliep ik in volmaakte vrede. Het bleef maar regenen op mijn ijs, en het leek erop dat ik ’s morgens wakker zou worden als een geruïneerd man. Maar dat gebeurde niet. Rond middernacht stak er een koude, ijzige wind op. De regen veranderde in sneeuw en het kwikte zakte tot ver onder nul. En een paar dagen later hadden we het beste ijs dat we ooit hadden gehad.
God wilde mijn ijs niet. Hij wilde iets anders, namelijk mijn toegewijde hart en een absoluut vertrouwen in Hem. Toen ik mijn wil aan Hem had overgegeven en niet eerder, kreeg ik ook mijn ijs. Niet alleen gaf Hij me al het ijs dat nodig was om ons er bovenop te helpen, maar Hij zegende de zaak, en leidde me verder en verder, totdat Hij me uiteindelijk helemaal uit de ijswereld leidde en me neerzette op de plaats die Hij al vanaf het begin voor me had uitgekozen: een leraar van Zijn woord.”
Als je je leven aan God geeft, zal God het dan ruïneren? Natuurlijk niet. Als je op Jezus Christus vertrouwt, zal God je leven herstellen, verrijken en verheerlijken als nooit tevoren.