Een les in geloof
Van het web
Ik heb dat rare gevoel; die trilling in mijn hand, tien jaar geleden voor het eerst opgemerkt. Mijn duim begon te trillen. Heel raar en ongewoon en het was haast alsof mijn duim op een cafeïne-infuus leefde en een eigen leven begon te leiden.
En wat deed ik, als dominee, een man die God door en door zou moeten kennen? Ik dacht onmiddellijk aan het ergste. Dit was ongetwijfeld het begin van het einde mijn aardse bestaan. Mijn vader was tenslotte gestorven aan amyotrofische laterale sclerose, oftewel ALS. En dat had ik nu natuurlijk ook.
‘Zou het bij mij net zo gaan als bij hem?’ vroeg ik me angstig af.
Mijn vader had altijd in de olievelden gewerkt en was afhankelijk van zijn handen. Maar op zekere dag, toen hij iets met een schroevendraaier moest doen merkte hij dat zijn hand trilde en dat hij daar geen controle over had. Hij dacht dat hij wel wist wat het was en vertelde de dokter dat hij vermoedelijk ALS had.
En zijn diagnose was correct. Het was een doodvonnis en vanaf die dag ging het snel achteruit. In die dagen stond ik op het punt om als dominee in Brazilië aan het werk te gaan, maar ik wilde liever thuis blijven om mijn vader te helpen.Maar dat wilde hij niet. Hij stuurde een brief en onderstreepte de sleutelwoorden: “Ik ben niet bang voor de dood of de eeuwigheid. Ik ben bij God.”
Je zou natuurlijk denken dat ik hetzelfde soort geloof zou hebben. Ik ben tenslotte een bekende man, met vele boeken op mijn naam over vrede en geloof. Zo’n ziekte zou voor mij toch zeker ook een eenvoudig klusje moeten zijn?
“De Heer is met u”, vertelt het boek Richteren. “In alle dingen werkt God voor het goede”, schreef Paulus in zijn brief aan de Romeinen. “In deze wereld zul je problemen hebben. Maar neem moed! Ik heb de wereld overwonnen,” zegt Jezus in het evangelie van Johannes. Maar de waarheid gebiedt me te zeggen dat het zo niet zat.
Naar de dokter? Zeer zeker niet… Daar kan ik maar beter wegblijven. Wie weet heb ik inderdaad ALS en dan is het zeker.
Maar uiteindelijk moest ik toch gaan en verscheen ik met hangende pootjes en vol angst in het kantoor van de neuroloog.
De dokter vroeg me om wat heen en weer te lopen, hij controleerde mijn evenwicht, tikte met een hamer op mijn knie en vuurde honderd vragen op me af.
En telkens weer wist ik dat die gevreesde woorden zouden komen. “Max… dit is je einde.”
Toen verscheen er een minzaam glimlachje op zijn gezicht en zei hij: “Je hoeft je geen zorgen te maken.”
“Geen behandeling?”
“Nee.”
“Er is geen rolstoel nodig?”
“Nee. De trilling in je duim is niets om je zorgen over te maken. Er is helemaal niets verkeerd met je. Ik beloof het je.”
Ik kon het nauwelijks geloven toen ik daar wegliep. “Dank U God… Het is mijn tijd nog niet.”
Maar toen ik moest stoppen bij een stoplicht zag ik mijn duim weer trillen.
Nu deerde het me echter niet. “Tril jij maar zoveel als je wilt, duim… Mij krijg je er niet onder. De dokter heeft me beloofd dat ik niet ziek ben. Je bent ongevaarlijk.”
En vanaf dat moment dacht ik telkens aan de belofte die de dokter me had gedaan als ik zag dat mijn duim zich weer eens misdroeg.
De belofte van mijn arts is betrouwbaar. Angst heeft geen kans meer en moet het maar ergens anders proberen, maar niet langer bij mij.
Zo is het ook met de beloften van God. Mijn duim kan schudden en trillen, maar de beloften van God zijn onwrikbaar. Zijn beloften zijn beter dan een levenslange garantie en zullen me aan het einde van mijn reis in Gods nabijheid brengen.
Onwrikbare woorden van God, de rots van mijn geloof.
Zo bracht ik onlangs een uur door in het kantoor van een begraafplaatsdirecteur. Niet de meest opbeurende plaats, maar je moet je toch zeker een beetje voorbereiden op iets wat ons onherroepelijk allemaal zal overkomen. Daar dacht ik na over wat de dood precies zal betekenen. Plotseling had ik een idee. “U zult wel denken dat ik gek ben,” zei ik, “maar is het ook mogelijk om een bericht op te nemen voor mijn grafsteen? Een soort voicemail uit het graf, met een boodschap van mij?”
“Ik zal het eens navragen,” zei hij.
Hij kreeg een paar dagen later een antwoord.
Het kon. “Een opgenomen bericht kan worden ingesloten in het graf en als iemand het wil horen moet hij op een knop drukken en dan wordt het bericht afgespeeld.”
Prachtig. Dat ga ik doen.
Ik heb al iets opgeschreven, maar ik moet het eerst nog even laten bezinken. Maar het wordt in ieder geval iets in de trant van: “Hallo, ik ben Max. Bedankt dat je langs kwam. Sorry dat je me gemist hebt, maar ik ben niet echt hier. Ik heb vertrouwd op de beloften van God, dus hier lig ik niet. Ik ben al thuis. Eindelijk thuis, en dat heeft niets met mijn beverige duim te maken.”