Het heiligdom binnengaan
Oswald Chambers schrijft in zijn boek ‘Geheel voor Hem’: “Jezus zei niet: ‘Droom over je Vader in het geheim, maar bid tot je Vader in het geheim. Gebed is actie. Gebed gebeurt niet vanzelf en je moet jezelf er toe aanzetten. En dat vraagt de nodige moeite. Het eerste wat er gebeurt als wij de tempel van ons eigen hart binnengaan en de deur netjes achter ons dicht gedaan hebben is, dat wij geconfronteerd worden met een grote hoeveelheid onsamenhangende gedachten. Vaak zijn het flitsen van dingen die heel noodzakelijk gedaan moeten worden, zorgen over onopgeloste problemen, of zaken waar je al weken niet aan gedacht had. Als vliegen komen ze op de honing af met het doel om je rust en je tijd met God te verstoren.
Maar met een beetje zelfdiscipline en de wil om door te zetten komen we al snel het echte heiligdom binnen en ontmoeten wij daar de troostrijke, liefdevolle aanwezigheid van de Vader. Stap die geheime stilte binnen, het kan zelfs gebeuren in het midden van je drukke dag, waarop je bewust de deur dicht doet voor alle verwarring om je heen en je ogen op God richt. De onzichtbare God woont in de stille, geheime plaats en wacht daar op ons om direct met ons te communiceren.
God ziet ons niet zoals andere mensen ons zien, Hij ziet ons ook niet zoals wij onszelf zien, maar Hij ziet ons zoals Hij weet wie we zijn, en houdt van ons.
Maar Hij wil ons dat graag zelf vertellen en dat kan alleen als wij de wereld even buitensluiten en rechtstreeks in Zijn ogen kijken. Zoals een oude Christen eens zei: “Twijfels over het bestaan van God? Welnee. Ik weet dat Hij leeft, want ik heb vanmorgen nog uitgebreid met Hem gesproken.”
God in de morgen opzoeken is een gewoonte die het meer dan de moeite waard is om aan te kweken. Voordat we ons opgewonden in de actie van de dag storten moeten we nederig voor Hem neerknielen zodat Hij Zijn handen op onze hoofden kan leggen en ons de zegen voor de nieuwe dag kan geven. En dan, als wij die geheime plaats verlaten hebben en de wereld weer binnenstappen voelen we ons gewassen en verfrist. Dan stralen onze gezichten met rust en vertrouwen en is het niet moeilijk om ook de rest van de dag dicht bij God te blijven. Dit is wat Paulus bedoelde toen hij schreef: “Bid zonder ophouden.”