Gods glorie en scheppende kracht
Uit: Treasury of David
Een uitleg over de Psalmen door C.H. Spurgeon
Here, onze God, de majesteit en glorie van uw naam vullen de gehele aarde en de hemelen vloeien ervan over.
Psalm 8:2
In Psalm 8 schrijft de psalmist over Gods glorie en scheppende kracht. Een prachtige Psalm die speciale aandacht verdient. De psalmist is nauwelijks in staat om de heerlijkheid van God passend uit te drukken en dat is niet zo verwonderlijk want er bestaat geen hart dat zich ook maar met een fractie van de grootheid van God kan meten, en er is geen tong die de juiste woorden kan uitspreken als het om Gods macht en schoonheid gaat.
De hele schepping, waar we maar kijken, is vol van Gods heerlijkheid en alles straalt van de uitmuntendheid van Zijn macht; Zijn goedheid en Zijn wijsheid worden overal geopenbaard.
Alles, van de mens tot aan het kleinste wormpje in het stof, wordt ondersteund en gevoed door de Goddelijke liefde en kracht. Het solide weefsel van het hele universum leunt op Gods eeuwige arm. Overal is Hij aanwezig, en overal staat Zijn naam geschreven.
Er is geen plaats waar God niet is.
Als wij stille dalen doorkruisen en het gesteente ons aan weerszijden omsluit; de rotsen oprijzen als machtige burchten met kantelen die de hemel raken en er nog slechts een nietige strook van de blauwe lucht ver boven ons te zien is, is God met ons. Wellicht zijn wij de enige reizigers in dat dal waar een eenzame, verloren vogel verschrikt wegvliegt en het groene mos nog nooit eerder door een mensenlaars werd beroerd; het maakt niet uit: God is daar aanwezig in wel duizend wonderen. Hij vult daar de bergbloemen met hemels parfum, Hij verfrist de eenzame denneboom met de adem van Zijn mond, en voedt de korstige aarde met het kristallen water van de berg.
Daal met ons af naar de diepste diepten van de oceaan, naar de plaatsen waar het water ongestoord slaapt, en het zand roerloos blijft liggen in een ononderbroken stilte… Ook daar is God. Zijn heerlijkheid wordt ook daar bezongen en Zijn glorie wordt geopenbaard in het stille paleis van de zee. Als we wegvliegen op de vleugels van de morgen en naar het uiteinde van de aarde worden gestuurd… God is daar. Stijg op naar de hoogste hemel, of duik in de diepste hel, het maakt niet uit, want Gods eeuwige lied klinkt luid en duidelijk en wordt herkend door hen die de melodie van Zijn hart liefhebben.
Overal en op elke plaats woont God en is Hij duidelijk aan het werk. Niet alleen op aarde wordt God geprezen, maar Zijn helderheid straalt tot ver boven het uitspansel der aarde. Zijn heerlijkheid gaat de heerlijkheid van de sterrenhemel te boven. Er staat geschreven dat Hij zijn eeuwige troon tot ver boven de sterren heeft bevestigd, waar Hij woont in een onuitsprekelijk licht.
Laten wij Hem dus aanbidden, de God waarvan Job zegt:
“Hij verplaatst immers de bergen zonder dat de mensen het merken en keert hen in zijn toorn ondersteboven, Hij laat de aarde op haar fundamenten beven. De zon en de sterren schijnen niet als Hij dat niet wil. Hij spant de hemelen uit en loopt over de hoge golven van de zee. Hij heeft de Grote Beer gemaakt, de Orion en de Pleiaden en de sterrenstelsels aan de zuidelijke hemel. Hij doet ongelooflijke en ontelbare wonderen.
Job 9:5-9
Wij kunnen het niet beter onder woorden brengen dan Nehemia die zei:
“U alleen bent God. U hebt de hemel, de aarde en de zeeën gemaakt met alles wat daar leeft. U bent degene die aan alles leven schenkt en alle engelen in de hemel aanbidden U.”
Nehemia 9:6
O Heer, hoe wonderlijk en voortreffelijk is Uw naam! Geen aardse woorden kunnen die voortreffelijkheid op de juiste manier tot uitdrukking brengen.
De kleine kinderen
U hebt de kleine kinderen geleerd U volmaakt te prijzen. Hun voorbeeld zal uw vijanden en hen die op wraak zinnen, beschaamd doen staan
Psalm 8:3
Vers 3 in de Psalm leert ons dat wij ook in de lispelende uitspraken van baby’s de openbaringen van Zijn kracht kunnen ontdekken. Hoe vaak herinneren juist de kinderen ons niet aan onze God die dreigt onder te sneeuwen in onze jachtige levens?
Hoe weerlegt hun eenvoudige gebabbel bijvoorbeeld de houding van geleerde dwazen die het bestaan van God ontkennen! Zelfs de zuigelingen getuigen van de heerlijkheid van onze hemelse God. Riepen de kinderen niet uitbundig het “Hosannah!” in de tempel, terwijl de trotse Farizeeën zwegen en de Redder in hun donkere en door zonde besmeurde harten minachtten?
Over kinderen in het boek van de martelaren
In het Boek der Martelaren vertelt Fox ons dat toen de gelovige Lawrence in Colchester verbrand zou worden en naar het vuur werd gesleept, een groep jonge kinderen zich rond het vuur verzamelden en met hun hoge kinderstemmen naar God uitriepen: “Heere, versterk Uw knecht en houd Uw belofte.” God verhoorde hun gebed, want Lawrence stierf vastberaden en kalm, vol geloof en vrede.
In hetzelfde boek staat het verhaal van Wishart, de grote Schotse martelaar, van wie gezegd werd dat hij een duivel in zich had. Maar een klein kind dat bij de rechtszaak stond te luisteren schreeuwde verontwaardigd: “Niet waar. Een duivel kan niet zulke woorden spreken als die man.”
De evangelist Whitfield schrijft: “Ik verheugde mij altijd in het bijzonder over een aantal kleine jongens en meisjes, die het heerlijk vonden om rondom mij op de preekstoel te zitten terwijl ik predikte, en mij dan vragen en aantekeningen van toehoorders overhandigden. Keer op keer werd ik met eieren en rommel bekogeld, maar iedere keer als ik geraakt werd of geslagen werd, sloegen ze hun huilende ogen op en zeiden ze mij met hun geest dat ze wilden dat ze de klappen voor mij konden opvangen.”
God, die zich verlustigt in het gezang van engelen, heeft er behagen in zich te laten eren in de aanwezigheid van Zijn vijanden door de lofprijzingen van kleine kinderen. God leeft en is aanwezig in de hoogste hoogten en spreekt tot ons door kinderen en zuigelingen!
Wat een zaligheid dat wij die God mogen kennen.