Daily Light 30

Een reiziger belde op een dag aan bij een huisje om wat water te vragen. Toen hij binnenkwam, zag hij een stel kinderen, bevend en angstig in een hoekje gehurkt, terwijl de ouders elkaar uitscholden met verbeten gezichten. Overal zag hij tekenen van verloedering en ellende, en nadat hij had gezegd waarvoor hij kwam, vroeg hij hen verbaasd: “Maar beste mensen, waarom maken jullie je huis tot een hel?”

“U heeft makkelijk praten”, snauwde de man. “U kent het leven en de beproevingen van een arme man niet! Wat ik ook doe of probeer, het gaat altijd weer verkeerd.”

De vreemdeling zag toen een Bijbel liggen in een donkere en stoffige hoek en zei: “Beste vrienden, ik weet wel wat jullie zou helpen, als jullie het konden vinden. Er is een schat verborgen in jullie huis – zoek ernaar.”

Zonder nog meer te zeggen verliet hij het huis weer.

Eerst dachten de ruziemakers dat de vreemdeling de spot met hen had gedreven, maar die man had toch heel oprecht geleken, en wat als er werkelijk een schat in hun huis verborgen lag? En zo gingen ze allemaal op zoek naar de schat. Helaas vonden ze niets en hun toenemende armoede bracht alleen maar meer ruzies en ontevredenheid voort.

Op een dag, toen de vrouw weer nadacht over de woorden van de vreemdeling, viel haar oog op de oude Bijbel. Het was een geschenk van haar moeder geweest, maar sinds haar dood was dat boek onopgemerkt en ongebruikt gebleven. Een vreemd voorgevoel maakte zich van haar meester. Zou de vreemdeling de Bijbel misschien bedoeld hebben? Ze pakte het boek op, blies het stof eraf, opende het en vond het vers op de titelpagina, in het handschrift van haar moeder: “De wet van uw mond is beter voor mij dan duizenden van goud en zilver.” Het trof haar in het hart. “Aha!” dacht ze, ”dit is de schat die we zochten!”

Vanaf die tijd las ze elke dag in de Bijbel en leerde ze haar kinderen om te bidden zonder dat haar man het wist. Op een dag kwam hij, zoals gewoonlijk, ruzieachtig en woedend thuis, maar in plaats van boos te reageren, sprak ze hem vriendelijk en met zachtheid toe. “Man,” zei ze, “we hebben zwaar gezondigd. Wijzelf zijn de schuld van al deze ellende, we moeten een ander leven gaan leiden.”

Hij keek verbaasd. “Waar heb je het in vredesnaam over?”

Ze bracht de oude Bijbel en riep met tranen in haar ogen: “Hier is de schat waar de vreemdeling het over had. Kijk, ik heb de schat gevonden!”

Het hart van de echtgenoot was ontroerd en hij stond haar toe om hem over Jezus en Zijn liefde voor te lezen. Zo begonnen ze samen dagelijks in de Bijbel te lezen.

Een jaar later was de vreemdeling toevallig in de buurt en toen hij het huisje zag, herinnerde hij zich dat eerste bezoek en de miserabele omstandigheden van het ongelukkige gezin. Hij besloot nog eens aan te kloppen.

Maar wat was hij verbaasd. Het huisje was helemaal veranderd en het was er zo netjes en schoon dat hij dacht dat hij bij het verkeerde huisje had aangeklopt. Maar toen hij het gezin weer zag, wist hij dat er iets bijzonders gebeurd was. Het gezin kwam hem vriendelijk en hartelijk tegemoet, met de vrede van God op hun gezichten stralend.

“Hoe gaat het met jullie, vrienden?” vroeg hij verbaasd.

Toen herkenden ze de vreemdeling en enige tijd konden ze niet spreken. Tenslotte sprak de vader van het gezin geëmotioneerd: “Dank u, dank u, beste heer, we hebben de schat gevonden waarover u sprak! Nu woont de zegen van God in ons huis – en Zijn vrede leeft in onze harten!”

 Want het woord van God is vol leven en kracht. En het is scherper dan het scherpste zwaard. Het dringt zó diep in ons door, dat het ziel en geest van elkaar kan scheiden. Het laat ons zien wat er in ons is, al zit het nóg zo diep verborgen. Het brengt onze diepst verborgen gedachten en plannen aan het licht.
Hebree
ën 4:12

De Bijbelpassages komen uit de Basis Bijbel.
Copyright Stichting Basis Bijbel

Jakobus 1:5
En als je een keer niet weet wat je moet doen, mag je God om wijsheid vragen. God geeft die altijd, zonder boos te zijn dat je het zelf niet weet.

Johannes 8:10-11
Jezus kwam overeind en zag dat ze waren weggegaan. Hij vroeg haar: “Vrouw, waar zijn die mannen gebleven die jou beschuldigden? Heeft niemand van hen je veroordeeld?” En ze zei: “Nee Heer, niemand.” 
Jezus zei: “Ik veroordeel je ook niet. Ga naar huis en doe geen verkeerde dingen meer!”

Romeinen 5:15-16
Omdat God zoveel van ons houdt, gaf God toen Jezus als geschenk aan ons. En dat Geschenk is véél machtiger dan de ongehoorzaamheid van Adam. Want door de ongehoorzaamheid van één mens (namelijk Adam) zijn heel veel mensen gestorven. Maar Gods Geschenk, Jezus Christus, is zó machtig dat heel veel mensen erdoor kunnen worden gered. En er is nóg een verschil tussen het Geschenk van God en de ongehoorzaamheid van die ene mens. Door de ongehoorzaamheid van één mens kwam Gods straf over alle mensen. Maar door het Geschenk van God kwam er vergeving voor alle slechte daden van de mensen. De mensen werden vrijgesproken van hun schuld.

Efeziërs 2:4-7
Maar God is vol medelijden. Hij wil ons graag vergeven, omdat Hij zo ontzettend veel van ons houdt. Daarom heeft Hij ons tegelijk met Christus geestelijk levend gemaakt. Want we waren geestelijk dood door alle slechte dingen die we hadden gedaan. We zijn dus alleen maar gered doordat God zo geweldig goed voor ons is geweest, en niet omdat we het verdiend hadden. God heeft ons levend gemaakt en ons nu samen met Jezus een plaats gegeven in de hemelse plaatsen. Wij zijn daar ín Jezus Christus. Want in de wereld die nog komt wil Hij laten zien hoe geweldig goed Hij voor ons is: Hij heeft ons Jezus Christus gegeven.

Romeinen 8:32
God heeft zelfs zijn eigen Zoon aan ons gegeven. Dan zal Hij ons toch zeker ook al het andere geven dat we nodig hebben?

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier