Bijbels menu

Bij raadspelletjes beeldt de speler een persoon uit zonder daarbij iets te zeggen en de toeschouwers moeten dan raden wie er bedoeld wordt. Als ik me die eerste kerstavond op die manier zou voorstellen zou het er misschien zo uit zien:

Toon verbazing en onzekerheid.
Dat is Maria:

“De engel zei tegen Maria: ‘Wees gegroet, begenadigde. De Heere is met u. U bent gezegend onder de vrouwen.’ Maar toen zij hem zag raakte zij in verwarring door zijn woorden, en zij vroeg zich af wat de betekenis van deze groet kon zijn.”
Lukas 1:28-29

Toon Kalme geruststelling.
Dat is de engel Gabriël:

“En de engel zei tegen haar: ‘Wees niet bevreesd Maria, want u hebt genade gevonden bij God. En zie, u zult zwanger worden en een Zoon baren en u zult Hem de naam Jezus geven.’”
Lukas 1:30-31

Toon opgewondenheid.
Dat is de ongeboren Johannes de Doper toen hij nog in Elizabeths buik zat:

“Toen Elizabeth de groet van Maria hoorde, gebeurde het dat het kindje opsprong in haar schoot.”
Lukas 1:41

Toon blije volheid van de Geest.
Dat is Elizabeth:

“En Elizabeth werd vervuld met de Heilige Geest. En zij riep met luide stem en zei: Gezegend ben je onder de vrouwen en gezegend is de vrucht van je schoot.”
Lukas 1:41-42

Toon vastberadenheid.
Dat is Jozef:

“Ook Jozef ging op weg van …Nazareth naar …Bethlehem; om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was.”
Lukas 2:4-5

 

Toon blije opgeluchtheid.
Dat is Maria:

“Zij baarde haar eerstgeboren Zoon.”
Lukas 2:7

Toon bange onzekerheid.
Dat zijn de herders:

“En er waren herders in diezelfde streek die zich ophielden in het open veld en ‘s nachts de wacht hielden over hun kudde. En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd.”
Lukas 2:8-9

Toon het gezang van een koor.
Dat zijn de engelen:

“En plotseling was er bij de engel een menigte van de hemelse legermacht die God loofde en zei: ‘Eer zij aan God in de hoogste hemelen, en vrede op aarde, in mensen een welbehagen.’”
Lukas 2:13-14

Toon nieuwsgierigheid.
Dat zijn opnieuw de herders, na het horen van de boodschap van de engelen:

“En het geschiedde, toen de engelen van hen weggegaan waren naar de hemel, dat de herders tegen elkaar zeiden: ‘Laten wij nu naar Bethlehem gaan en dat woord zien dat er geschied is, dat de Heere ons bekendgemaakt heeft.’ En zij gingen met haast en vonden Maria en Jozef, en het Kindje liggend in de kribbe.”
Lukas 2:15-16

Toon onovertroffen gulheid.
En dat is God zelf:

“Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft.” Johannes 3:16

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier