Levenslessen door een straatkind

Door Ammi

Ik heb altijd een stapeltje traktaatjes in het handschoenenkastje van onze auto, maar kort geleden ben ik er mee begonnen om naast de traktaatjes ook een grote verzameling zakjes noten, zoutjes en chips bij de hand te houden. Omdat er bij elk stoplicht wel een arm kereltje staat te bedelen of probeert wat bloemen te verkopen om zo wat geld bij elkaar te verdienen. Dan geef ik hen een van mijn zakjes en hebben ze iets te eten. Doorgaans verschijnt er dan een hemelse glimlach op hun gezichtjes en gaan ze met hun grote schat meteen naar de kant om alles snel te verorberen. Als ik geld geef wordt het zonder meer afgepakt door de boeven die zogenaamd voor hen zorgen en hen de straat op sturen om te bedelen. Zo kan ik ze toch een beetje helpen.

Helaas kwam ik op dit idee door een triest voorval. Eens kwam ik tegen de avond tot stilstand bij een groot stoplicht. Ik had helemaal niets bij me. Geen geld, geen traktaatje en helemaal niets te eten. Een jongetje van een jaar of zeven probeerde wanhopig wat muntjes te verzamelen en ging de auto’s langs met wat verlepte bloemen. Niemand gaf hem iets en het kereltje kwam ontmoedigd op mijn raampje af.

Toen hij bij mij stopte keek ik hem in de ogen en probeerde ik hem zo vriendelijk mogelijk uit te leggen dat ik helemaal niets bij me had.

Hij stopte en leunde met zijn kleine, vuile voorhoofd op de zijkant van mijn auto. We keken elkaar een paar lange seconden in de ogen. Het was haast geestelijk.

Alhoewel we geen woord zeiden wist ik gewoon dat het jochie koud en hongerig was en heel erg bang dat hij op een flink pak slaag kon rekenen als hij straks zonder geld bij zijn zogenaamde baas kwam. Ik begreep hem helemaal en voelde intens met hem mee.

Hij wist wat ik dacht en opeens kwamen er grote tranen uit zijn bruine ogen. Op dat moment ging het licht op groen en sprong hij snel naar het trottoir. Hij draaide zijn hoofdje weg zodat niemand zijn tranen zou zien. Op dat moment beloofde ik God dat ik altijd zou geven, zolang ik dat kon. Vanaf die dag was het een van de belangrijkste dingen voor me om er voor te zorgen dat ik altijd een goede hoeveelheid snacks bij me heb voor de kinderen die ik bij de stoplichten tegenkom. Ik kan tenslotte altijd iets missen voor iemand die het minder breed heeft dan ikzelf.

Hij stopte en leunde met zijn kleine, vuile voorhoofd op de zijkant van mijn auto. We keken elkaar een paar lange seconden in de ogen. Het was haast geestelijk. Alhoewel we geen woord zeiden wist ik gewoon dat het jochie koud en hongerig was en heel erg bang dat hij op een flink pak slaag kon rekenen als hij straks zonder geld bij zijn zogenaamde baas kwam. Ik begreep hem helemaal en voelde intens met hem mee.

Hij wist wat ik dacht en opeens kwamen er grote tranen uit zijn bruine ogen. Op dat moment ging het licht op groen en sprong hij snel naar het trottoir. Hij draaide zijn hoofdje weg zodat niemand zijn tranen zou zien. Op dat moment beloofde ik God dat ik altijd zou geven, zolang ik dat kon. Vanaf die dag was het een van de belangrijkste dingen voor me om er voor te zorgen dat ik altijd een goede hoeveelheid snacks bij me heb voor de kinderen die ik bij de stoplichten tegenkom. Ik kan tenslotte altijd iets missen voor iemand die het minder breed heeft dan ikzelf.

Laat een bericht achter:

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier