Maandag 17 november 2025
Gebed

Heer Jezus,
wanneer ik stil word en ruimte maak voor U,
vult U elke lege plaats in mij.
Hoe meer ik mij overgeef, des te meer U mij geeft:
liefde zonder maat, verborgen gaven,
inzicht van boven, wijsheid uit Uw hart,
bescherming voor mijn ziel.
Heer, U bent altijd beschikbaar, altijd dichtbij.
Leer mij Uw liefde dieper te ontvangen.
Laat Uw schatten in mij groeien,
en als levend water terugvloeien
naar de levens die ik aanraak.
Mijn naam staat op Uw handpalmen geschreven.
Zelfs mijn kleinste gehoorzaamheid
kan rimpelingen in beweging zetten
die reiken tot in de eeuwigheid.
Heer, leid mijn weg, zelfs de kleinste stap,
zodat ieder woord en elke daad,
elke verborgen minuut met U
deel wordt van Uw volmaakte plan.
Amen.

Geloof vertrouwt.
Geloof stapt uit op het water,
de ogen gericht op Jezus.
Geloof weigert zich bezig te houden met de golven,
en noemt niets onmogelijk.
Geloof geeft niet op.
Geloof staat niet toe dat vreugde of vrede
gestolen worden door omstandigheden of moeilijkheden.
Geloof is een gave van God.
Het tilt de ziel uit boven de storm
en rust op het vaste fundament van Zijn Woord.
Geloof komt niet voort uit menselijke kracht,
maar komt van God.
Hij fluistert: Mijn kind, blijf geloven,
blijf vasthouden aan je geloof,
Want Ik
ben met je.
Altijd.

Er bestaat een legende over een kunstenaar die lange tijd op zoek was naar een geschikt stuk sandelhout waaruit hij een Madonna kon houwen. Maar waar hij ook zocht, hij kon het juiste hout niet vinden. Uiteindelijk stond hij op het punt om het in wanhoop op te geven; de visie van zijn leven leek onvervuld te blijven.
Toen had hij echter een droom: hij zag de Madonna ontstaan uit een stuk hout dat eigenlijk voor de open haard bestemd was. Toen hij wakker werd, besloot hij gehoor te geven aan de droom en maakte hij een waar meesterwerk uit een gewoon stuk brandhout.
Zo wachten veel mensen op grote en schitterende kansen om de goede en grote dingen te doen waar ze van dromen, terwijl juist in de gewone dagen en de alledaagse dingen de mogelijkheden liggen om die dromen te verwezenlijken. Ze wachten op sandelhout, maar vaak liggen de mooiste en waardevolste kansen verborgen in de gewone blokken, die schijnbaar voor de open haard bestemd zijn.
Uit: Glimpses Through the Window of Life
Deze week nieuw op de site

Meer kennis is niet wat de wereld nodig heeft. Meer dan wat dan ook heeft de wereld genezing nodig, want er zijn ziekten erger en dieper dan lichamelijke kwalen.
Lees meer
Spreuk van de week

Heb je ooit zo geweend om je zonde, dat je werkelijk bedroefd was in je geest? Ben je werkelijk zó bedroefd dat je haar ook haat? En haat je haar zó, dat je haar ook daadwerkelijk hebt verlaten?
Jeremy Taylor
God roept geen mensen die al bekwaam zijn. Hij roept mensen die bereid zijn, en daarna maakt Hij hen bekwaam.
Richard Parker
We worden allemaal geboren met heimwee. Wij die leven in deze gebroken wereld, dragen de eeuwigheid in ons hart geschreven. We verlangen ernaar thuis te komen en ondertussen slaan we de tentharingen van ons leven zo goed en zo kwaad in, totdat we aankomen aan de oevers van de eeuwigheid.
Lore Wilbert
Wanneer God de juiste plaats in ons leven krijgt, worden duizend problemen in één keer opgelost.
A. W. Tozer
Het probleem van westerse christenen is niet dat zij zich op de verkeerde plaats bevinden, maar dat zij niet zijn wie zij behoren te zijn, juist daar waar zij zich bevinden.
Os Guinness
Om over na te denken

De Bijbel vermaant ons: “Laat alle toorn van u weggenomen worden.”
En toch schreef de apostel even daarvoor: “Word toornig, maar zondig niet.”
Mijn vermogen tot toorn moet dus niet vernietigd, maar getransformeerd en gezuiverd worden. Toorn kan lijken op een onrein vreugdevuur, maar kan ook zijn als “een zee van glas, vermengd met vuur.”
Menselijke woede zit vaak vol rook in plaats van licht, vol zelfzuchtige hartstocht in plaats van een verlangen naar heiligheid.
De brandstof die haar voedt kan afgunst, jaloezie of wrok zijn, terwijl de toorn die Jezus soms toonde juist voortkwam uit een diep verlangen naar het welzijn van de mens en de eer van God. Wereldse toorn wordt aangestoken door het vuur van de hel; heilige toorn ontvlamt op het altaar van God. En zo openbaart onze woede ook ons karakter.
Wat is de aard van onze toorn en wat ontsteekt haar? Wordt zij gewekt door onrecht dat ons wordt aangedaan, of door het onrecht dat een ander treft? Wordt zij aangewakkerd door zelfzucht of door edele bewogenheid? Er is een zin die de toorn van de apostel Paulus beschrijft: “Wordt iemand ten val gebracht, dan ontsteek ik niet in brand?”
Paulus’ heilige toorn ontbrandde bij het zien van onderdrukking en de wreedheid die zijn medemensen werd aangedaan. Zijn vuur had niets onreins in zich; het was zuiver als de vlam van zuurstof. Dát is de toorn die wij moeten koesteren. Alleen de Heilige Geest kan die in ons opwekken.
J. H. Jowett

De wereld overwint mij wanneer zij erin slaagt mij te verhinderen mijn Vader te zien, Hem lief te hebben, Hem te dienen en gemeenschap met Hem te zoeken.
Ik overwin de wereld wanneer ik erboven blijf staan en haar dwing om mij te helpen dichterbij God te komen, meer op Hem te gaan lijken en vaker aan Hem te denken.
De échte overwinning op de wereld is haar ombuigen voor God, zodat zij mij dient in de hoogste zaken:
* het verkrijgen van een helderder inzicht in de goddelijke natuur,
* het bereiken van een diepere liefde jegens God Zelf,
* een vreugdevollere toewijding en dienstbaarheid aan Hem.
Dat is de overwinning: wanneer je de wereld kunt gebruiken als een ladder om je naar God te tillen. Wanneer de wereld tussen jou en God verschijnt als een verduisterend scherm, overwint zij jou. Laat het niet toe. Verdrijf het ongeloof van de wereld met de zuiverheid van Gods Woord en buig haar om, zodat ze jou dient in je liefde voor God.
Alexander MacLaren
Uit het archief van Spurgeon

De liefde van Jezus is niet slechts groot, maar ondoorgrondelijk! Zij laat zich niet meten en overstijgt ons begrip. De liefde van Christus is een liefde die zich boog tot de kribbe en opstond naar het kruis! Het is een liefde die van ons hield toen wij onbeminnelijk waren en wij ons opstelden als zondaars, vijanden en opstandelingen.
Zo’n wonderlijke liefde kan noch verdiend, noch afgedwongen worden. De liefde van Christus heeft geen begin en zal nooit eindigen. Geen schepsel kan haar volledig doorgronden. Zoals de zee niet te meten is met de hand, zo kan ook de liefde van Christus niet door het verstand worden gepeild. Zij is…
* breed genoeg om alle kinderen van God te omarmen,
* lang genoeg om zich uit te strekken van eeuwigheid tot eeuwigheid,
* diep genoeg om de meest verdorven zondaar te redden,
* hoog genoeg om ons tot glorie te verheffen!
Wanneer tegenspoed komt, laat ons dan opzien naar het kruis.
* Daar droeg Christus onze zonden.
* Daar verdroeg Hij de toorn die wij verdienden.
* Daar bewees Hij Zijn liefde en rekende Hij af met alle twijfel.
Drink dus diep, geliefde gelovige, uit deze bron die nooit opdroogt. Hoe diep je ook probeert te gaan, je kunt de bodem van Zijn liefde nooit bereiken, maar je bent wel uitgenodigd om in haar diepten te waden en van Zijn liefde te genieten.
Uit de schatkist van het verleden

Doet handeling, totdat ik kome.
Lukas 19:13
____
De geschiedenisboeken vertellen ons dat er zo’n honderdvijftig jaar geleden in Amerika een dag van zó’n onverklaarbare duisternis over de stad viel dat de mensen dachten dat de wereld ten einde was gekomen. Het parlement van de stad zat die dag bijeen en de leden voelden de algemene ontzetting en angst. Te midden van die verwarring stelde iemand voor de zitting te schorsen. Het eind was voorzeker gekomen en iedereen kon zich maar beter thuis voorbereiden.
Toen stond een oude Christen op en sprak: “Als de laatste dag werkelijk is aangebroken, wil ik wel graag op mijn post gevonden worden, mijn plicht vervullend.”
Daarom stelde hij voor dat ze kaarsen aan zouden steken, zodat het parlement het werk kon voortzetten, ondanks de angst en de duisternis om hen heen.
Korte Anekdotes:

Een Chinese christelijke kleermaker werd eens belaagd door boze buren die wilden dat hij zijn geloof in Christus zou opgeven en zich zou bekeren tot hun plaatselijke religie; het confucianisme, of ten minste het boeddhisme.
“Het spijt me,” zei de kleermaker, “dat kan ik niet. En ik zal jullie vertellen waarom.”
Hij begon zijn verhaal:
“Een man was in een diepe, donkere put gevallen. Hij lag helemaal beneden in de modder; kreunend en hulpeloos en hij kon zich niet bewegen. Confucius liep voorbij, keek over de rand van de put en zei: ‘Arme man, ik heb medelijden met je. Waarom was je zo dwaas om daar in te vallen? Hier is een goed advies: als je er ooit uitkomt, val er dan niet opnieuw in.’”
Dat is Confucianisme: wijsheid en raad, maar geen redding.
Kort daarna kwam een boeddhistische priester voorbij. Hij zag de man en zei: ‘Arme man, het doet me pijn je daar te zien. Als je nou tot twee derde omhoog kon klauteren, of zelfs maar tot de helft, dan zou ik je kunnen grijpen en omhoog helpen.’
Dat is Boeddhisme: mededogen, maar geen kracht om te redden.
Toen kwam de Verlosser. Hij hoorde de kreten van de man, liep naar de rand van de put, daalde erin af en hielp de man voorzichtig omhoog.
Dat is Christendom: directe redding, genade en leven.
Hemels perspectief

Geschreven in 1850: De man die op het punt staat om als kolonist naar Australië of Nieuw-Zeeland te vertrekken, is natuurlijk reuze benieuwd naar zijn toekomstige thuis: het klimaat, de werkzaamheden, de inwoners, de gewoonten en de gebruiken. Al deze zaken wekken zijn diepe belangstelling. Je verlaat het land van je geboorte en zult de rest van je leven in een nieuw halfrond doorbrengen. Het zou inderdaad vreemd zijn als je geen behoefte had aan informatie over je nieuwe woonplaats. Ook wij zijn op weg naar een nieuw vaderland en het is dus niet gek als we alles over dat hemelse land te weten proberen te komen. Voordat we naar ons eeuwige thuis gaan, zouden we moeten proberen ermee vertrouwd te raken en onze levens in te richten met de hemel in gedachten.
Jonathan Edwards, de grote puriteinse prediker, sprak vaak over de hemel. Hij zei: “Het past ons om dit leven slechts te beschouwen als een reis naar de hemel… Al onze zorgen en beslommeringen van dit leven zouden we ondergeschikt moeten maken aan die wetenschap dat de hemel onze uiteindelijke bestemming is. Waarom zouden we ons inspannen voor iets anders dan datgene wat ons ware doel en onze echte gelukzaligheid met zich meebrengt?
Denk dus veel aan de hemel en aan het geweldige eeuwige plan dat God voor ons in gedachten heeft.
J.C. Ryle
Een glimlach

Op een middag zaten drie kleine meisjes te praten over wat ze later wilden worden. Het ene meisje zei dat ze koningin wilde worden, het tweede droomde ervan boeken te schrijven. Het derde meisje glimlachte en zei zachtjes: “Ik zou gelukkig zijn als ik een klein lammetje mag zijn in de kudde van Christus.”
Dat was niet alleen de mooiste wens, maar ook de grootste. De grootste van allemaal en tegelijkertijd de eenvoudigste om te vervullen, want Christus roept: “Kom,” en wat hoeven wij anders te doen dan Hem te volgen?
“Maar wat als je verdwaalt en de weg kwijtraakt?” vroeg een van de anderen.
“Dat geeft niets,” antwoordde ze beslist en vol vertrouwen. “De Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en te redden wat verloren is.”
Haar woorden gaven een gevoel van rust en zekerheid dat geen enkele andere droom kon bieden.
Dat is grappig

Na de kerkdienst stormt kleine Jantje naar zijn ouders. “Ik moet nú met die man praten die daar net stond te preken!” zegt hij met grote ogen. Zijn ouders kijken elkaar verbaasd aan, maar knikken en samen lopen ze naar de voorganger, die vriendelijk glimlachend vraagt wat er aan de hand is.
“Ik hoorde u vandaag zeggen dat onze lichamen uit stof zijn gekomen.”
“Dat klopt helemaal, Jantje,” antwoordt de dominee tevreden.
“En u zei ook dat, als we sterven, we weer tot stof terugkeren.”
“Precies! Fijn dat je zo goed hebt opgelet. Waarom vraag je dat, jongen?”
Jantje buigt zich wat dichter naar hem toe en fluistert dringend: “Dat is reuze eng. Bij ons thuis gaat het helemaal mis. U moet beslist snel komen kijken, want onder mijn bed ligt ófwel iemand die net aankomt, óf iemand die net vertrekt!”
____