Michelle en de Mackewitz kinderen

Door Kim Boyce

Als het warm was kon je ze al op een kilometer afstand ruiken. De Mackewitz kinderen. Niemand noemde hen bij hun afzonderlijke namen.

Er werd altijd gesproken over ‘de Mackewitz kinderen’.

Dat was misschien ook niet zo vreemd, want ze waren altijd samen, als een troep wilde honden die bij elkaar bescherming zochten. Om te overleven hadden ze elkaar nodig en zo schuimden ze als een groep de straten af en scholden naar voorbijgangers en sloegen kleine kinderen.

Ik vond ze verschrikkelijk en werd natuurlijk ook door hen aangepakt. Als ik ze zag aankomen verborg ik me doorgaans dan ook snel achter een boom, want ik was eigenlijk als de dood voor hen.

Er was eigenlijk maar één kind dat niet door de Mackewitz bende werd lastiggevallen en dat was Michelle. Zij was een bijzonder geval.

Ze had al het lichaam van een jonge vrouw ofschoon ze nauwelijks ouder was dan ikzelf, maar haar geestelijke vermogens waren beperkt en ze kon zich maar nauwelijks uitdrukken. En de manier waarop ze dat dan deed irriteerde heel wat mensen. Ik hoorde daar ook bij.

Meestal eindigde ze haar relaas met een onzinnig: “Huh, huh, huh, huh,” alsof ze alles heel leuk vond, ofschoon niemand ooit begreep wat er zo grappig was.

Natuurlijk had ze dan ook geen vrienden en het leek er sterk op dat ook haar ouders haar liever kwijt dan rijk waren.

Ik voelde wel wat medelijden voor haar, maar ik hield haar net zoals de andere kinderen op een afstand. Om je te handhaven op school moet je je tenslotte niet inlaten met de rare gevallen, want voordat je het weet lig je er zelf ook uit.

Maar mijn moeder dacht daar klaarblijkelijk anders over.

Ondanks mijn wilde protesten besloot mijn moeder dat Michelle wel wat religie kon gebruiken en nodigde ze haar uit om op zondag met ons mee naar de kerk te gaan.

 

Michelle was zo hongerig naar liefde en erkentelijkheid dat ze zelfs met ons mee naar de maan zou zijn gegaan als we haar dat gevraagd zouden hebben en dus zat ze een tijdlang elke zondag naast me in de kerk.

De kinderen in de kerk waren echter niet van plan om haar met de Christelijke liefde waarover ze leerden op de zondagsschool, te benaderen en het duurde niet lang of Michelle wilde niet meer met ons mee naar de kerk.

Op school was ze echter nog steeds in de buurt; alleen, verworpen en eigenlijk alleen geaccepteerd door de beruchte Mackewitz bende.

Maar op zekere dag gebeurde er iets bijzonders.

Michelle was door wat oudere kinderen geplaagd en stond stilletjes in een hoekje te huilen. Ook de Mackewitz bende was in de buurt en opeens brak het jongste lid van de troep uit het gelid en nam haar mee naar de schommel.

Ik hoorde niet wat ze zeiden, maar opeens zat dat Mackewitz ventje op de schommel en duwde Michelle hem wild de ruimte in.

‘Huh, huh, huh, huh,’ hoorde ik haar enthousiast schreeuwen. “Jij gaat snel… Jij gaat snel! Nu mijn beurt. Mijn beurt.” Het jongetje sprong van de schommel en liet Michelle erop klimmen. Michelle riep opgewonden: “Duwen!… Duwen! Huh, huh, huh, huh!”

Het was een raar gezicht, dat kleine ventje dat het bijna volwassen aandoende lichaam van Michelle de hoogte induwde, maar die twee schenen dat niet erg te vinden en hadden plezier voor tien.

Vanaf die dag had de Mackewitz bende er een nieuw lid bij.

Michelle had aansluiting gevonden en liep meestal achteraan als ze eraan kwamen. Dan hoorde je haar lachen: “huh, huh, huh, huh”.

Waarom hadden de Mackewitz kinderen Michelle nooit geplaagd? En waarom had dat kereltje haar opeens in zijn kring opgenomen? Ik zal het nooit weten, maar het deed me wel denken aan het Bijbelverhaal van de Barmhartige Samaritaan.

Net zoals die man uit het verhaal stonden de Mackewitz kinderen, die ook niet erg geliefd waren bij de mensen, klaar voor Michelle terwijl ik mij als een goed, klein Farizeeërtje netjes op de achtergrond hield en maar liever de andere kant op keek.

Misschien dat we nog voor de nodige verrassingen komen te staan als wij voor Jezus staan na ons aardse leven en Hij ons Zijn visie laat zien op de mensen en de wereld waarin we vandaag nog leven.

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier