Hoe God met ons werkt

Gij omringt mijn gaan en mijn liggen; en Gij zijt al mijn wegen gewend.
Psalm 139:3

Het woord ‘omringt’ heeft in de Hebreeuwse tekst een ietwat andere betekenis. Het woord ‘omringen’ is zeker niet verkeerd, want het roept een beeld op van veiligheid en vertrouwen en toont ons dat God overal rondom ons betrokken is. Toch heeft het oorspronkelijke woord een iets andere betekenis en schildert het een plaatje van de boeren op het veld die het graan bewerken en het kaf van het koren scheiden. Zo bevat deze passage een zeer suggestieve en leerzame metafoor.

Oogsten werd in die tijd in de open lucht gedaan. Het weer was tenslotte altijd mooi. Als het graan geoogst werd, werd het niet opgestapeld in voorraden of verzameld in schuren, maar ter plekke gedorst op een stuk grond waar het hard en glad werd geslagen en aan de wind werd blootgesteld. De schoven werden op deze plek eerst in een cirkel opgestapeld en er werden ruwe, zware houten sleden overheen gedreven, waarvan de onderkant vol scherpe stukken hard basalt zat. Ossen werden aan deze sleeën gekoppeld, waar een man op stond om de druk nog te verhogen, terwijl een andere man de ossen ronddreef over de schoven totdat deze in stukken werden gereten en gestampt en geplet werden.

Als al het graan op deze manier gedorst was, werden de hopen graan, vermengd met het kaf en het stro, met een schop omhoog gegooid zodat de wind er doorheen kon blazen. Het zware graan viel direct weer naar beneden, maar het lichtere kaf en het stro werden door de wind meegevoerd en zo van het zuivere graan gescheiden. Dit plaatje ligt in deze tekst verborgen in het woord ‘omringen’. De bedoeling van de psalmist is duidelijk: “Gij omspant, of maait, mijn pad.” Het verwijst naar de ossen die rondgaan op de schoven die op de dorsvloer liggen, om het koren met het stro en het kaf kapot te trappen.

Op deze manier stelt de psalmist God voor die langs onze weg gaat door Zijn handelen met ons in voorzienigheid en genade, om onze natuur zo te zuiveren van het kaf en het goede van het kwade te scheiden. God vernedert Zichzelf om voor ons het werk te doen dat de ossen voor het koren doen.

Wij zijn waardevol voor Hem zoals het koren dat is voor de mens. Hoe geduldig ploeteren de ossen voort, uur na uur, terwijl ze steeds weer hun constante ronde doen en het koren vertrappen totdat hun taak volbracht is. En hoe geduldig en onvermoeibaar baant God onze weg met Zijn voorzienigheden en genadige handelingen, totdat Hij de goede genoegens van Zijn goedheid in ons heeft vervuld en ons meer en meer naar Zijn beeld heeft kunnen vormen.

Het leven is voor iedereen een cirkel van voortdurend beginnen en eindigen. Elke dag is een kleine cirkel die terugkeert naar waar hij begon. Onze actieradius is net zo smal als die van de os die het koren uit de hoop schoven trapt. En dit kan weleens eentonig en vermoeiend over komen. Sommigen mensen worden er zo moe en lusteloos van dat het leven voor hen geen smaak meer lijkt te hebben. Erger nog, sommigen zijn zo moe geworden van het dagelijkse rondje, dat ze er het bijltje maar liever helemaal bij neergooien. Maar het geeft juist een nieuw elan aan het leven als we ons realiseren dat al dit voortdurende doen van dezelfde dingen, dit voortdurende rondgaan in hetzelfde kleine cirkeltje van dagelijkse plichten geen boetedoening in een tredmolen is zonder plan of toekomst, maar juist is bedoeld om het beste en duurzaamste in ons naar boven te halen en ons te vormen naar het beeld van uiterste perfectie waartoe we in staat zijn. Wat een vreugde als we ons realiseren dat God dagelijks en ieder uur toezicht houdt op het proces van onze discipline en opvoeding door Zijn persoonlijke aanwezigheid, ons pad omringt en met ons meegaat in de cirkel van de beproevingen en plichten van het leven, en al onze ervaringen door Zijn zegen laat samenwerken voor ons welzijn. Hij zal niet vaker over je schoven gaan met Zijn ossen en zware sleeën dan nodig is om het kaf van het koren te scheiden. Je kunt er zeker van zijn dat niet één korrel van het goede in jou vernietigd zal worden, niet één element van blijvend voordeel zal worden beschadigd. Alleen het kaf en stro van onze zondige natuur zal worden weggeblazen.

Bewerkt naar een artikel van H. Macmillan

Laat een bericht achter:

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Lees de nieuwe Oppepper

Thuis of op je werk, een Oppepper maakt je sterk

Klik hier